Overbrengen hoogte
Voorbeeld:
1) Prisma 1
2) Prisma 2
3) Prisma 3
4) Instrument
FNC toets
Deze functie bepaalt de instrumenthoogte uit
metingen naar maximaal 5 richtpunten met bekende
hoogtes en in twee kijkerstanden.
Bij metingen naar verscheidene richtpunten wordt
de correctie aangegeven als de "delta" waarde.
Procedure:
1. Selecteer een bekend punt en voer de prisma-
hoogte in.
2. Na oproepen van de meting met [ALL], wordt de
berekende hoogte H
[ExtraPt]
Voeg de hoogte van nog een
bekend punt toe.
[KIJKER]
Meet naar hetzelfde richtpunt in
kijkerstand II.
3. [OK]
De wijzigingen opslaan het de
standplaats instellen.
49
weergegeven.
0
TPS400-5.0.1nl