Fotografeertips
Als u niet zeker weet hoe u de gewenste foto kunt
maken, raadpleegt u de volgende informatie.
Scherpstellen
"Scherpstellen op het onderwerp"
•
Een foto maken van een onderwerp dat
niet in het midden van het scherm staat.
Nadat u heeft scherpgesteld op een object dat
zich op dezelfde afstand als het onderwerp
bevindt, kadreert u de opname en maakt
u de foto.
"De ontspanknop half indrukken" (blz. 16)
•
Zet [AF MODE] (blz. 32) op [iESP]
•
Een foto maken van onderwerpen waarop
moeilijk automatisch kan worden
scherpgesteld.
In de volgende gevallen stelt u scherp op
een object (door de ontspanknop half in te
drukken) met hoog contrast op dezelfde
afstand van het onderwerp, waarna u de
foto kadreert en de opname maakt.
Onderwerpen met
weinig contrast
Als zeer heldere
onderwerpen in het midden
van het scherm staan
Object zonder
verticale lijnen
U kunt de opname ook kadreren door de camera
*1
verticaal te houden om scherp te stellen, waarna
u terugkeert naar de horizontale positie om de
foto te nemen.
*1
Objecten op verschillende
afstand
Snel bewegend onderwerp
Als het onderwerp niet in het
midden van het beeld staat
Cameratrilling
"Foto's nemen zonder cameratrilling"
•
Foto's maken met [IMAGE STABILIZER]
(blz. 32)
Als een foto wordt genomen van een
onderwerp in de schaduw, verschuift de
CCD
om cameratrilling te compenseren,
*1
zelfs als de ISO-gevoeligheid niet werd
verhoogd. Deze functie is ook interessant
als u foto's wenst te nemen bij een sterk
vergrotende zoominstelling.
Een apparaat dat licht ontvangt via de
*1
cameralens en omzet in elektrische signalen.
•
jSPORT] in de stand s
Selecteer [
(blz. 33)
De stand [jSPORT] werkt met een korte
sluitertijd en kan de cameraonscherpte van
een bewegend onderwerp verminderen.
•
Foto's maken met hoge ISO-gevoeligheid
Als u een hoge ISO-gevoeligheid selecteert,
kunt u foto's nemen met een hoge sluitertijd,
zelfs op plaatsen waar u geen flitser mag
gebruiken.
[ISO] (blz. 30)
61
NL