Raadpleeg "Gebruik van het menu" (blz. 4) om de instellingen van deze functies aan te passen.
Menu's voor weergave-, bewerkings-
en printfuncties
Als de functieknop ingesteld is op q , kunnen de instellingen worden aangepast terwijl beelden
worden afgespeeld.
Beelden automatisch afspelen [ y SLIDESHOW]
y SLIDESHOW
Submenu 1
NORMAL /
NEXT PAGE 1 /
NEXT PAGE 2 /
ALL / STILL
FLIP / SWIVEL /
PICTURE / MOVIE /
ZOOM UP /
CALENDAR
SLIDE / FADER /
CHECKERBOARD /
BLINDS / RANDOM
Een diashow starten
De diashow start nadat de [BGM]-instellingen werden bevestigd en op de knop n werd gedrukt.
Om de diashow te stoppen, drukt u op de knop n of op de knop .
U kunt [BGM] niet instellen terwijl [j SILENT MODE] (blz. 50) ingesteld is op [ON].
Beelden retoucheren [ w PERFECT FIX]
w PERFECT FIX
Bewerkte of geretoucheerde beelden kunnen niet nogmaals worden geretoucheerd.
Afhankelijk van de foto is het mogelijk dat het bewerken niet effectief is.
Het retoucheren kan de beeldresolutie verlagen.
Submenu 1
ALL
[SHADOW ADJ] en [REDEYE FIX] worden samen toegepast.
SHADOW ADJ
Enkel delen die donkerder worden wegens tegenlicht of zwak licht, worden opgehelderd.
REDEYE FIX
Ogen die rood worden door de flitser, worden gecorrigeerd.
1 Selecteer een correctie-item met 12 en druk op de knop n.
2 Gebruik 34 om een beeld te selecteren dat u wenst te retoucheren, en druk op de knop n.
•
Het geretoucheerde beeld wordt opgeslagen als een nieuw beeld.
Submenu 2
Submenu 3
OFF / 1/2
Applicatie
Selecteert respectievelijk de inhoud van de
diashow, het soort overgangseffect tussen
de dia's en de achtergrondmuziek.
Applicatie
37
NL