7.2.2 Smering en smeermiddelen verversen
7.2.2.1 Smering van de mechanische asafdichting
7.2.2.2 Smering van de wentellagers
7.2.2.2.1 Intervallen
7.2.2.2.2 Kwaliteit van het smeermiddel
36 / 56
ü Het pompaggregaat is in de schakelkast losgekoppeld.
ü Controle met een isolatieweerstandsmeter uitvoeren.
ü De aanbevolen meetspanning bedraagt 500 V (maximaal toegestaan 1000 V).
1. Wikkeling aan massa meten.
Hiervoor alle uiteinden van de wikkeling onderling verbinden.
ð De isolatieweerstand van de aderuiteinden aan massa mag niet lager zijn dan 1 MΩ.
Bij een lagere waarde moeten afzonderlijke metingen worden uitgevoerd voor de motor
en elektrische aansluitkabel. Voor deze meting de elektrische aansluitkabel van de
motor loskoppelen.
AANWIJZING
Als de isolatieweerstand van de elektrische aansluitkabel lager is dan 1 MΩ, is
er sprake van beschadiging en moet de kabel worden vervangen.
AANWIJZING
Bij te lage isolatieweerstanden van de motor is de wikkelingisolatie defect.
Pompaggregaat in dat geval niet opnieuw in bedrijf nemen.
GEVAAR
Te hoge temperaturen bij de asafdichting
Explosiegevaar!
Beschadiging van het pompaggregaat!
▷ Regelmatig de smeermiddeltoestand in de voorkamer van de
mechanische asafdichting controleren en indien nodig bijvullen.
De mechanische asafdichting wordt gesmeerd met smeermiddel uit de voorkamer.
Het pompaggregaat is voorzien van vetgesmeerde, onderhoudsvrije wentellagers.
Smeervloeistof moet om de 4000 bedrijfsuren, echter ten minste jaarlijks, worden ververst.
De voorkamer is in de fabriek gevuld met een milieuvriendelijk, niet-giftig smeermiddel van
medicinale kwaliteit (voor zover door de klant niet anders voorgeschreven).
Voor het smeren van de mechanische asafdichtingen kunnen de volgende smeermiddelen
worden gebruikt:
Tab. 13: Oliekwaliteit
Aanduiding
Paraffineolie of witte olie
Kinematische viscositeit bij 40 °C
Alternatief: motoroliën van de
klassen SAE 10W tot SAE
20W
Eigenschappen
Ontstekingstemperatuur
Vlampunt (volgens Cleveland)
<20 mm²/s
>185 °C
+160 °C