2.6 Veiligheidsbewust werken
2.7 Veiligheidsvoorschriften voor het bedieningspersoneel/de
2.8 Veiligheidsvoorschriften voor onderhoud, inspectie en montage
10 / 56
– Het niet-opvolgen van de voorgeschreven methodes voor service en onderhoud
– Het in gevaar brengen van het milieu door lekkage van gevaarlijke stoffen
Naast de veiligheidsvoorschriften die in dit bedrijfsvoorschrift vermeld staan, alsmede de
toepassing conform de voorschriften gelden nog de volgende veiligheidsvoorschriften:
– Arbeids-, veiligheids- en bedrijfsvoorschriften
– Explosieveiligheidsvoorschriften
– Veiligheidsvoorschriften voor de omgang met gevaarlijke stoffen
– Geldende normen, richtlijnen en wetten
gebruiker
– Beschermende uitrusting voor personeel ter beschikking stellen en gebruiken.
– Lekkages (bijv. van de asafdichting) van gevaarlijke te verpompen media (bijv.
explosief, giftig, heet) zodanig afvoeren dat er geen gevaar voor personen en het milieu
ontstaat. De hiervoor geldende wettelijke bepalingen in acht nemen.
– Gevaar door elektrische spanning uitsluiten (voor bijzonderheden kunnen de specifieke
voorschriften voor het land en/of van de plaatselijke energiebedrijven worden
geraadpleegd).
– Wanneer er door het uitschakelen van de pomp geen groter potentieel gevaar dreigt,
moet bij het opstellen van het pompaggregaat een NOODSTOP-schakelaar in de
directe nabijheid van de pomp/het pompaggregaat worden geplaatst.
– Ombouwwerkzaamheden of wijzigingen van de pomp/het pompaggregaat zijn alleen na
toestemming van de fabrikant toegestaan.
– Uitsluitend originele onderdelen of door de fabrikant goedgekeurde onderdelen/
componenten gebruiken. Door het gebruik van andere onderdelen/componenten kan de
aansprakelijkheid voor de daaruit voortvloeiende gevolgen vervallen.
– De gebruiker dient ervoor te zorgen dat alle onderhouds-, inspectie- en
montagewerkzaamheden worden uitgevoerd door geautoriseerd en gekwalificeerd
vakpersoneel, dat zich door uitvoerige bestudering van het bedrijfsvoorschrift voldoende
heeft geïnformeerd.
– Werkzaamheden aan de pomp/het pompaggregaat alleen bij stilstaande pomp
uitvoeren.
– Werkzaamheden aan het pompaggregaat mogen alleen in stroomloze toestand worden
uitgevoerd.
– De pomp/het pompaggregaat moet de omgevingstemperatuur aangenomen hebben.
– Het pomphuis moet drukloos en afgetapt zijn.
– De handelwijze voor de buitenbedrijfstelling van het pompaggregaat die beschreven
staat in het bedrijfsvoorschrift absoluut in acht nemen. [ð Hoofdstuk 6.3, Pagina 32]
– Pompen die vloeistoffen verpompen die schadelijk zijn voor de gezondheid, moeten
worden ontsmet.
– Direct na beëindiging van de werkzaamheden moeten alle beveiligings- en
beschermingsvoorzieningen weer aangebracht en in werking worden gesteld. Vóór het
opnieuw in bedrijf nemen moeten de punten die vermeld staan voor de inbedrijfname in
acht worden genomen. [ð Hoofdstuk 6.1, Pagina 30]