Inhoudsopgave
Advertenties
• Elektrische bedrading is niet aangesloten.
Motor draait onregelmatig stationair of
slaat af:
• Vuile bougie.
• Brandstofslang zit geknikt of klem.
• Brandstofslang is niet goed aangesloten op
motor.
• Brandstof is vervuild.
• Brandstoffilter is verstopt.
• Brandstofpomp is defect.
• Ontstekingssysteem is vervuild.
• Gebruik van verkeerde motorolie.
• Thermostaat is defect.
• Elektrische bedrading is niet aangesloten.
Waarschuwingssysteem is geactiveerd
(waarschuwingszoemer klinkt, waarschu-
wing-LED's lichten op):
• Koelwaterkanaal is verstopt.
• Thermostaat is defect.
• Waterpomp is defect.
• Olieverversing-herinneringssysteem is geac-
tiveerd.
• Onvoldoende of vervuilde motorolie.
• Motoroliefilter is verstopt.
• Oliepomp is defect.
• Schroef is beschadigd.
• Geen accuspanning.
• Motorregelingssensor is defect.
• Elektrische bedrading is niet aangesloten.
Schroef draait niet rond:
• Schroefbus is versleten of beschadigd.
• Aandrijfas is beschadigd.
• Schroefas is beschadigd.
Motortoerental neemt niet toe:
• Schroef is beschadigd.
• Schroef is niet schoon.
• Schroef is verkeerd.
• Buitenboordmotor is niet juist gemonteerd.
• Trimhoek is niet juist afgesteld.
• Bougie is vuil of bougie is verkeerd.
• Brandstofslang zit geknikt of klem.
• Brandstoffilter is verstopt.
• Brandstof is vervuild.
• Brandstofpomp is defect.
• Ontstekingssysteem is defect.
• Elektronisch
gasbedieningssysteem
defect.
• Zware belading van de boot.
• Water is binnengedrongen in de boot.
• Onderkant van de boot is niet schoon of is
beschadigd.
88
Motor trilt hevig:
• Schroef is beschadigd.
• Bevestigingsbouten of klemschroeven van
motor zitten los.
Het sleutelvrij startsysteem wordt niet
ingeschakeld bij de bediening van de
motorschakelaar. Het foutgeluid (drie
korte pieptonen) klinkt NIET:
(Indien uitgerust met het sleutelvrij start-
systeem)
• Borgplaatje van noodstopschakelaar is niet
aangebracht.
• Aansluiting van accupolen is verroest of accu
is niet aangesloten.
• Geen accuspanning.
• Sleutelvrijfunctie-regeleenheid is defect.
• Elektrische bedrading is niet aangesloten.
• Motorschakelpaneel is defect.
Het sleutelvrij startsysteem wordt niet
ingeschakeld bij de bediening van de
motorschakelaar. Het foutgeluid (drie
korte pieptonen) klinkt IS:
(Indien uitgerust met het sleutelvrij start-
systeem)
• De afstandsbediening bevindt zich buiten het
bedieningsbereik.
• De batterij van de afstandsbediening is leeg.
• De afstandsbediening is uitgeschakeld.
• De afstandsbediening is niet geautoriseerd.
• Er is geen communicatie als gevolg van
sterke radiogolven of storende ruis.
• Defecte verbindingen tussen de sleutelvrij-
functie-regeleenheid en de buitenboordmo-
tor.
• Autorisatiefout tussen de sleutelvrijfunctie-
regeleenheid en de buitenboordmotor.
• Abnormale situatie in het elektronische regel-
systeem van de motor.
Het sleutelvrij startsysteem wordt niet uit-
geschakeld bij de bediening van de
motorschakelaar:
• Elektrische bedrading is niet aangesloten.
• Motorschakelpaneel is defect.
is
Advertenties
Inhoudsopgave
