LET OP
Gebruik van de motor terwijl het waarschu-
wingssysteem voor de oliedruk is geacti-
veerd,
kan
resulteren
beschadiging van de motor.
Als het waarschuwingssysteem voor de olie-
druk wordt geactiveerd, moet u de motor zo
spoedig mogelijk uitzetten en dan indien
nodig motorolie bijvullen, of het probleem op
andere wijze verhelpen.
1. Als dit systeem in werking treedt bij 1.000
omw/min. of hoger, wordt het motortoerental
automatisch teruggebracht tot ongeveer
1.000 omw/min.
Indien uitgerust met een multifunctionele
meter:
"Low Oil Pressure" en het waarschuwingsal-
armpictogram verschijnen op het scherm en
de zoemer klinkt.
De aanduiding "Low Oil Pressure" verdwijnt
wanneer u op een willekeurige toets van de
meter drukt. Er blijft echter wel een waarschu-
wingspictogram oplichten totdat de oorzaak van
de storing is verholpen.
32
Indien uitgerust met monitor/toerenteller:
Als dit systeem geactiveerd wordt, gaat het
rode lampje "OIL" branden en geeft de zoemer
een serie pieptonen.
in
ernstige
2. Als u blijft varen, zal de motor automatisch
AANWIJZING:
Wanneer de motor automatisch stopt als gevolg
van de werking van het WAARSCHUWING
systeem, kan de motor opnieuw gestart wor-
den.
Het WAARSCHUWING systeem zal echter
weer geactiveerd worden totdat de oorzaak van
de storing is verholpen.
Controleer het oliepeil en vul indien nodig olie
bij. Raadpleeg uw officiële Suzuki-dealer als
het oliepeil in orde is.
Als u probeert om de afdekkap van de motor
te verwijderen of monteren terwijl de motor
draait, kunt u letsel oplopen.
Om het oliepeil te controleren, zet u de motor
af en verwijdert dan de afdekkap van de
motor.
stoppen 3 minuten nadat het bovenstaande
WAARSCHUWING systeem is geactiveerd.
V WAARSCHUWING