Montage van de transmitter op plaatsen waar ontploffingsgevaar kan
heersen (Ex-gebieden) - zone 0 of zone 1
Tussen transmitter en centrale, veiligheidsbarrière met overeenkomstige Ex-
toelating (apparaatcategorie 1 of 2) monteren.
— Er mogen alleen veiligheidsbarrières met de volgende parameters worden ge-
bruikt: U
(V
) ≤30 V, I
o
oc
— Let op dat de maximale op de veiligheidsbarrière aan te sluiten capaciteit en in-
ductiviteit niet overschreden wordt (met de leiding rekening houden). De veilig-
heidstechnische ingangsparameters van de transmitter zijn: C
50 µH.
Transmitter-voedingstoestellen
(zonder HART-communicatie tussen Ex-zones en niet-Ex-zones)
De volgende veiligheidsbarrières zijn alleen als voorbeeld weergegeven en zijn niet
gecertificeerd voor gebruik in combinatie met de P3S. De gekozen barrières moe-
ten door de bevoegde instanties worden geaccepteerd en compatibel zijn met de
P3S, inclusief de gebruikte kabels.
Fabrikant
Type
MTL
MTL 5041
Pepperl & Fuchs
KFD2–STC4–Ex1
KFD2–STC1–Ex1
— Afscherming op aarde en/of 0 V (Ex-i) aansluiten.
explosieve omgeving der zone 0, 1 of Div. 1
4 bis 20 mA
+24 V
Montage van de transmitter in Ex-gebieden - zone 2 - of in niet-Ex-gebie-
den
— Alleen gebruik maken van voedingen of een veiligheidsbarrière uit apparaatca-
tegorie 3.
— Er mogen uitsluitend voedingsapparaten of veiligheidsbarrières met de volgen-
de kenwaarden worden gebruikt: U
mW.
— Let op dat de maximale van de op het voedingstoestel aan te sluiten capaciteit
en inductiviteit niet overschreden wordt (met de leiding rekening houden).
De veiligheidstechnische ingangsparameters van de transmitter zijn:
C
= 0 nF, L
= 50 µH.
i
i
Markering "Categorie 1" moet uit het typeplaatje-etiket verwijderd worden. Het
toestel mag na het eerste gebruik conform deze installatie-instructie niet meer in
Ex-gebieden - zone 0 en zone 1 (apparaatcategorie 1 of 2) - worden gemonteerd.
Gevaar voor ontploffingen!
(I
) ≤0,3 A, P
≤700 mW.
o
sc
o
Geschikt voor
Zone 0, Div. 1
Zone 0, Div. 1
Zone 0, Div. 1
(V
) ≤ 30 V, I
O
OC
VOORZICHTIG
= 0 nF, L
=
i
i
Leiding (lus)
≤190
≤140
≤140
niet-explosieve omgeving
veiligheidsbarrière
Ex i
PA
(I
) ≤ 0,3 A, P
≤ 700
O
SC
O
Transmitter installeren
+
4 ... 20 mA
0 V
centrale eenheid
potentiaalvereffening
+
–
9