Transmitter installeren
Montage van de transmitter in niet-Ex-gebieden:
Het Ex-typeplaatje moet van de transmitter verwijderd worden. De transmitter
mag na het eerste gebruik conform deze installatie-instructie niet meer in Ex-
gebieden worden gemonteerd.
explosieve omgeving der zone 2
of niet-explosieve omgeving
+24 V
4 tot 20 mA
Meetinstrument Dräger Polytron 3000 installeren
Raincover (bescherming tegen stof en spatwater) van het vooraf gemonteerde
Docking Station verwijderen.
Pakking op vuil controleren, zo nodig schoonmaken.
1 Stand van de excenter-sluitingen controleren, zo nodig corrigeren.
De excenter-opening moet naar boven wijzen.
Maak alleen gebruik van inbussleutels (5 mm) zonder kogelkop.
Polariteit (Markering in het docking station), kabelinstallatie en zitting van de
aansluitklemmen controleren, eventueel corrigeren (zie installatieaanwijzing Po-
lytron Docking Station).
Meetinstrument Dräger Polytron 3000 uitpakken.
2 Meetinstrument op ca. halve hoogte van voren in het Docking Station schuiven
totdat de aanslag bereikt is.
3 Langs de voorkant van het Docking Station neerlaten - met iets verhoogde weer-
stand ca. 5 mm voor de aanslag (aansluitklem maakt contact met de connector
op de printplaat).
1 Meetinstrument met inbussleutel vasttrekken. Hiertoe de excenter in de richting
van de wijzers van de klok draaien (
10
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
o
= ca. 180
).
niet-explosieve omgeving
2
+
4 ... 20 mA
+
–
0 V
centrale eenheid
1
3