Tabblad Systeem
Pictogram Beschrijving
Info – Geef basisinformatie weer, zoals de versie
van Windows® Mobile en het type processor dat
in uw telefoon wordt gebruikt. U kunt ook een naam
voor uw telefoon opgeven.
Certificaten – Bekijk informatie over certificaten die
op uw telefoon zijn geïnstalleerd.
Opslag wissen – Tik alleen op dit pictogram als u
al uw gegevens en bestanden uit het geheugen wilt
wissen en de standaardfabrieksinstellingen van de
telefoon wilt herstellen.
Klok en alarmsignalen – Stel de klok van de
telefoon in op de datum en tijd van uw
landinstellingen of op die van een tijdzone die u
bezoekt als u op reis bent. Een alarmsignaal kan
ook worden ingesteld op opgegeven dagen en
tijden van een week.
Klantenfeedback – U kunt Windows® Mobile
verbeteren door deel te nemen aan het programma
voor kwaliteitsverbetering.
Apparaatgegevens – Geef informatie weer over de
firmware-versie, hardware, identiteit en
klantgegevens.
Versleuteling – Sta toe dat bestanden op uw
geheugenkaart worden versleuteld. Versleutelde
bestanden zijn alleen leesbaar op uw telefoon.
Foutrapportage – Schakel de
foutrapportagefunctie van uw telefoon in of uit. Als
deze functie is ingeschakeld en er een
programmafout optreedt, worden technische
gegevens over de status van het programma en uw
telefoon in een tekstbestand geregistreerd. Dit
tekstbestand wordt naar de technische
ondersteuningsafdeling van Microsoft verzonden
als u daarvoor kiest.
Externe GPS – Stel de juiste GPS-
communicatiepoorten in als deze zijn vereist. Dit
zou nodig kunnen zijn als programma's op uw
telefoon gebruikmaken van GPS-gegevens of als u
een GPS-ontvanger op uw telefoon hebt
aangesloten. Raadpleeg Help voor details.
Verlichting – Schakel de verlichting in of uit voor
gebeurtenissen zoals opladen, batterij leeg,
gemiste oproep, voicemail, alarm/agenda,
ontvangen e-mail, inkomend gesprek enzovoort.
Toetsvergrendeling – Vergrendel de toetsen op uw
telefoon, uitgezonderd de aan/uit-toets, als de
telefoon in de slaapmodus staat. U zorgt er zo voor
dat de telefoon niet per ongeluk wordt
ingeschakeld en onnodig stroom verbruikt.
Beheerde programma's – Bekijk de
installatiegeschiedenis voor programma's die in uw
telefoon worden beheerd.
Geheugen – Controleer de status van de
geheugentoewijzing op uw telefoon en de
geheugenkaartgegevens. U kunt gestarte
programma's ook stoppen.
Microfoon AGC – Pas het volume van uw spraak
automatisch aan wanneer u opneemt.
Optische joystick – Schakel de optische joystick in
of uit, en schakel de cursorfunctie in Internet
Explorer, Berichten en Contacten in. Hiermee stelt
u ook de gevoeligheid van het scherm in.
Energie – Controleer het resterend
batterijvermogen. U kunt ook de time-out instellen
waarna het scherm wordt uitgeschakeld (en de
8
Aan de slag
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
telefoon in de slaapmodus wordt gezet), om
batterijvermogen te besparen.
Landinstellingen – Geef op welke configuratie van
landinstellingen u wilt gebruiken, zoals de indeling
waarin getallen, valuta, datum en tijd in uw telefoon
worden weergegeven.
Programma's verwijderen – Hiermee verwijdert u
programma's die u in de telefoon hebt
geïnstalleerd.
Scherm – Hiermee kunt u de richting van het
scherm wijzigen, het scherm opnieuw kalibreren en
de grootte van de schermtekst instellen.
Taakbeheer – Stop gestarte programma's en stel
de knop
in om programma's onmiddellijk te
beëindigen wanneer u op de knop tikt.
Windows Update – Breng een koppeling met de
Microsoft-website tot stand en werk Windows®
Mobile in uw telefoon bij met de meest recente
beveiligingspatches of fixes.
Tabblad Verbindingen
Pictogram Beschrijving
Geavanceerd netwerk – Geef geavanceerde
instellingen voor uw netwerk op.
Overzenden – Stel uw telefoon in op de ontvangst
van inkomende Bluetooth-signalen.
Bluetooth – Schakel Bluetooth in, stel uw telefoon
in op de zichtbare modus en zoek naar andere
Bluetooth-apparaten.
Comm Manager – Beheer uw
telefoonverbindingen (inclusief Wi-Fi, GPRS,
Bluetooth en ActiveSync), zet de telefoon aan of uit,
schakel tussen de bel- of trilmodus en schakel de
functie Direct Push in of uit.
Verbindingsinstelling – Configureer de
gegevensverbindingen van uw telefoon, zoals
GPRS, WAP en MMS, op basis van de
gedetecteerde of geselecteerde netwerkoperator.
Verbindingen – Stel een of meer typen
modemverbindingen voor uw telefoon in,
bijvoorbeeld telefonisch inbellen, GPRS enzovoort,
zodat de telefoon verbinding kan maken met
internet of een privé lokaal netwerk.
Aanmelden bij domein – Door u bij een domein aan
te melden, hebt u via uw telefoon toegang tot
bedrijfsbronnen.
USB aan pc – Stel een seriële USB-verbinding in
tussen uw telefoon en de computer als er
problemen zijn met het tot stand brengen van een
verbinding met ActiveSync.
Wi-Fi – Zoek naar beschikbare draadloze
netwerken.
Draadloos LAN – Bekijk informatie over het actieve
draadloze netwerk en pas uw Wi-Fi-instellingen
aan.