3
Selecteer
Type
wachtwoord, bevestig het wachtwoord en tik
op OK.
Toetsvergrendeling gebruiken
1
Druk op de aan/uit-toets om het scherm tijdelijk uit te
schakelen en de slaapmodus in te stellen.
2
Druk op de aan/uit-toets om de telefoon weer te activeren. De
telefoon wordt ook geactiveerd als u het toetsenbord opent
of een gesprek of bericht ontvangt.
U kunt de toetsen ook vergrendelen door
houden. Tik op Ontgrendelen als u de toetsen wilt ontgrendelen.
IMEI-nummer
Bewaar een kopie van uw IMEI-nummer (International Mobile
Equipment Identity) voor het geval uw telefoon wordt gestolen.
Uw IMEI-nummer weergeven
1
Druk op
.
2
Tik op
Gegevens op uw opslagkaart versleutelen
1
Tik in het scherm Vandaag op
Systeem
> Versleuteling.
2
Schakel het selectievakje
opslagkaarten worden opgeslagen
•
Versleutelde bestanden zijn alleen leesbaar op uw telefoon
waarop ze zijn versleuteld.
•
Versleutelde bestanden kunnen net als andere bestanden
worden geopend, maar dit kan alleen met de telefoon waarop
ze zijn versleuteld. U hoeft verder geen stappen te
ondernemen om deze bestanden te lezen.
Als Bestanden versleutelen die op opslagkaarten worden
opgeslagen eerder is ingeschakeld, maakt u een back-up van alle
bestanden oop de opslagkaart voordat u Opslag wissen gebruikt,
een harde reset uitvoert of de ROM-systeemsoftware bijwerkt.
Anders hebt u geen toegang meer tot de versleutelde bestanden
op de opslagkaart. Gebruik ActiveSync of Windows Mobile
Apparaatcentrum om bestanden tussen de opslagkaart en
computer over te brengen. Na de procedure kopieert u uw
bestanden terug naar de opslagkaart.
Overige instellingen
Telefoonnaam
De telefoonnaam wordt gebruikt om uw telefoon in de volgende
situaties te identificeren:
•
Synchroniseren met een computer
•
Verbinding maken met een netwerk
•
Informatie herstellen vanuit een back-up
Als u meerdere telefoons met dezelfde telefoon synchroniseert,
moet elke telefoon een unieke naam hebben.
De telefoonnaam wijzigen
1
Tik op
>
Instellingen
2
Tik op het tabblad Apparaat-id.
3
Voer een naam in.
De telefoonnaam moet met een letter beginnen, moet bestaan uit
de letters A-Z en eventueel een cijfer tussen 0 en 9, en mag geen
spaties bevatten. Gebruik het onderstreepteken om woorden te
scheiden.
Weergave-instellingen
De tekengrootte in het scherm vergroten of verkleinen
1
Tik op
>
Instellingen
het tabblad Tekengrootte.
2
Verplaats de schuifregelaar om de tekengrootte de vergroten
of te verkleinen.
Knopinstellingen
Het is mogelijk dat een aantal programma's in de telefoon al aan
hardwareknoppen zijn toegewezen. U kunt deze knoppen
18
Uw telefoon instellen
ingedrukt te
.
>
Instellingen
> het tabblad
Bestanden versleutelen die op
in.
> het tabblad
Systeem
> Info.
> het tabblad
Systeem
>
Scherm
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
aanpassen om de programma's te openen die u het meest
gebruikt, of om bepaalde snelkoppelingen uit te voeren.
Programma's of snelkoppelingen opnieuw aan
programmaknoppen toewijzen
1
Tik op
>
Instellingen
Knoppen.
2
Op het tabblad
weergegeven met knoppen en hun huidige toewijzingen.
3
Tik op de knop die u opnieuw wilt toewijzen. Om de knoppen
makkelijker te kunnen identificeren, wordt de oorspronkelijke
functie van de knop met een nummer en pictogram
aangegeven.
4
Tik in het vak
Wijs een programma toe
de snelkoppeling die u wilt toewijzen.
5
Tik op OK.
Een programmaknop voor het schakelen tussen de modi
Staand of Liggend opnieuw toewijzen
1
Tik op
>
Instellingen
Knoppen.
2
Tik op het tabblad
knop
op de knop die u opnieuw wilt toewijzen, bijvoorbeeld
op Linkertoets.
3
Schakel in het vak
draaien
in.
Tik op OK.
4
Nu kunt u de linkerprogrammaknop (hardwareknop) gebruiken om
tussen de modi Liggend en Staand te schakelen. Let wel: nu kunt
u deze niet meer gebruiken om de corresponderende
softwaretoetsen te besturen.
Opties voor woordaanvulling
Woordaanvulling helpt u tekst sneller in te voeren door woorden
voor te stellen terwijl u letters invoert met het
hardwaretoetsenbord of invoermethoden. U kunt het aantal
voorgestelde woorden dat wordt weergegeven instellen, evenals
wanneer de lijst met woorden wordt weergegeven en andere
opties.
Woordaanvulling inschakelen
1
Tik op
>
Instellingen
het tabblad Woordaanvulling.
2
Controleer of het selectievakje
invoeren tekst
is ingeschakeld.
3
Standaard wordt een lijst met voorgestelde woorden
weergegeven wanneer u een spatie invoert. Als u de lijst met
woorden wilt weergeven nadat letters zijn ingevoerd,
selecteert u het aantal letters dat u wilt invoeren voordat de
lijst met woorden wordt weergegeven.
4
De lijst met voorgestelde woorden bestaat standaard uit vier
woorden. U kunt het aantal woorden wijzigen dat in de lijst
met suggesties wordt weergegeven.
5
Zorg ervoor dat het selectievakje
inschakelen
is ingeschakeld als u wilt dat typfouten
automatisch worden verbeterd.
De woordendatabase leert en er worden steeds meer woorden
aan toegevoegd naarmate u tijdens tekstinvoer nieuwe woorden
invoert. Als u toegevoegde woorden wilt verwijderen en de
database wilt terugzetten op de standaardinstelling, tikt u op
Opgeslagen items wissen.
Alarmsignalen en meldingen
Een alarm instellen
1
Instellingen
Tik op
>
alarmsignalen
> het tabblad Alarm.
2
Tik op
<Beschrijving>
>
3
Tik op de dag van de week voor het alarm. U kunt meerdere
dagen selecteren door op elke gewenste dag te tikken.
4
Tik op de tijd als u een klok wilt openen waarmee u de tijd
voor het alarm kunt instellen.
5
Tik op het wekkerpictogram om het gewenste type alarm in
te stellen. U kunt kiezen tussen een knipperend lampje, een
enkel geluidssignaal, een herhaald signaal of trillen.
> het tabblad
Persoonlijk
Programmaknoppen
wordt een lijst
op het programma of
> het tabblad
Persoonlijk
Programmaknoppen
in het vak
Wijs een programma toe
de optie
> het tabblad
Persoonlijk
Woorden suggereren bij
Automatisch corrigeren
Systeem
> het tabblad
en voer een naam voor het alarm in.
>
>
Kies een
Scherm
>
Invoer
>
Klok en
>