■ C-6.6
P A R K E R E N E N B U I T E N D I E N S T
STELLEN
■ C-6.6.1 Korte haltes
Bij het einde van iedere werkdag, elke werkbeurt of,
in ieder geval tijdens de nachtrust, de wagen op een
veilige wijze parkeren.
De nodige voorzorgen nemen om risico's te voorkomen
aan personen die in de nabijheid van de stilstaande
wagen kunnen komen:
• De machine parkeren op een plaats waar hij niets
in de wegstaat.
• De eindwerktuig-arm op de grond plaatsen.
• De transmissie uitschakelen en de parkeerrem in-
schakelen.
•
De sleutel uit de startomschakelaar
de cabine deur op slot doen.
•
De batterij met de betreffende bediening ("Batterij-
schakelaar") ontkoppelen.
OPGELET
Als de batterij ingeschakeld blijft kunnen kortslui-
tingen plaatshebben met brandgevaar.
Heflift met telescopische arm GTH-4518 R
GEBRUIKSAANWIJZING
■ C-6.6.2 Lange haltes
Wanneer men de wagen moet parkeren voor langere
periodes is het aan te raden, behalve de genoemde
richtlijnen voor korte haltes, ook de volgende regels
te volgen:
•
•
•
•
•
•
verwijderen
en
•
•
•
•
Ook tijdens lange stilstand periodes moet de regel-
matige onderhoudsbeurt uitgevoerd worden, met
bijzondere aandacht aan alle vloeistoffen verslijt-
bare delen. In ieder geval, alvorens de wagen weer
in dienst te zetten, een buitengewone onderhoud-
sbeurt uitvoeren met speciale aandacht voor alle
mechanische, hydraulische en elektrische delen.
C-60
Pagina
Document 57.0008.1700 - 04/2007
Wagen goed schoonmaken. Om dit goed te doen,
roosters en protectiekoffer losmaken.
Na het wassen, alle delen goed drogen met
luchtstraal.
Wagen compleet invetten.
Eventuele versleten onderdelen vervangen.
Eventuele versleten delen herschilderen.
Accu losmaken, polen met vaseline insmeren en
op een droge plaats wegzetten. Regelmatig het
ladingsniveau nakijken.
Tank met brandstof vullen om oxydatie van
tankwanden te voorkomen.
Wagen op een overdekte en geventileerde plaats
zetten.
Iedere maand, motor ongeveer 10 minuten laten
draaien.
Bij zeer streng klimaat, radiateur leegmaken.
OPGELET