CAN-analoge uitgangen
Er kunnen tot 32 CAN-analoge uitgangen geprogrammeerd worden. Deze worden door de opgave van
de bron in de regelaar vastgelegd.
Verbindingen met de bron in de module, waarvan de waarde van de CAN-uitgang afstamt.
•
Ingangen
•
Uitgangen
•
Functies
Voorbeeld: Bron ingang 3
Omschrijving
Aan iedere CAN-analoge uitgang kan een eigen omschrijving worden gegeven. De keuze van de
omschrijving
geschiedt
gebruikersgedefinieerd.
Voorbeeld:
Verzendvoorwaarde
Voorbeeld:
bij wijziging > 10
Blokkadetijd 00:10
[mm:ss]
Intervaltijd 5 min
zoals
bij
de
Bij een wijziging van de actuele waarde ten opzichte van de laatst gezonden
met meer dan bv. 1,0K wordt opnieuw gezonden. In de module wordt de
eenheid vn de bron met de betreffende kommapositie overgenomen.
(minimale waarde: 1)
Wijzigt de waarde binnen 10 sec. sinds de laatste overdracht met meer als
1,0K, wordt de waarde desondanks pas na 10 sec. opnieuw overgedragen
(minimale waarde: 1 sec.).
De waarde wordt te allen tijde iedere 5 minuten overgedragen, ook indien deze
zich sinds de laatste overdracht niet met meer als 1,0K heeft gewijzigd
(minimale waarde: 1 minuut).
Programmering met TAPPS2 / CAN-Bus
•
Vaste waardes
•
Systeemwaardes
•
DL-Bus
ingangen
uit
verschillende
betekenisgroepen
of
29