FOUTMELDINGEN, PROBLEMEN EN
OPLOSSINGEN
Code Pop-upmelding
E01
Fout EEPROM, systeemparameters
kunnen niet worden geladen
Gelieve het toestel te herstarten
E02
De stroomkabel werd niet herkend
Gelieve de stroomkabel te controleren
E03
Vermogen stroomkabel groter dan het
toestelvermogen
Sluit gepaste stroomkabel aan
E04
Aantal storingen overschreden
Gelieve het toestel te herstarten
E05
Systeemfout - verbinding sturing en interface
verbroken
Controleer de communicatie tussen interface en
sturing
E06
Inversie temperatuursondes gedetecteerd
Controleer pomp en debiet in het systeem
E07
Het interne temperatuursverschil vertrek-retour is
overschreden.
Controleer pomp en debiet in het systeem
E08
Vermogensverliesdetectie
Insteltemperatuur kan niet worden bereikt
Gelieve het toestel te controleren
E10
Het toestel moet herstarten om van modus te
wisselen
Gelieve het toestel correct te starten
E11
Storing temperatuurssensor vertrek
Sonde controleren
E12
Storing temperatuurssensor aanvoer
Sonde controleren
E13
Storing druksensor
Sensor controleren
E14
Systeemdruk overschreden
40
Problemen oplossen
Oorzaak
Tijdens het schrijven in het EEPROM-geheugen (PLC-geheugen)
geeft de PLC een foutmelding als de schrijfbewerking mislukt is.
Controleert of de code van de aangesloten kabel overeenkomt
met een van de gedefinieerde kabels. Elke kabel heeft een
bepaald maximaal vermogensniveau.
Controleert of het vermogen van de kabel die is
aangesloten aan de ketel, gelijk is aan of kleiner is dan het
maximumvermogen van de ketel
Als er in korte tijd te veel fouten worden herkend, schakelt de
ketel in foutmodus (10 fouten in 15 minuten)
De PLC en de DSP sturen informatie naar elkaar. Als een van
beide een verlies van informatie waarneemt, dan grijpt de
Watchdog in en schakelt de ketel uit.
Controleert het temperatuurverschil tussen de inlaat en de
uitlaat (DELTA_T = T_UIT-T_IN) bij de start van een modus
(VW of DR). Als de temperatuur (DELTA_T) < 0, verschijnt de
foutmelding.
"Controleert het temperatuurverschil tussen de inlaat en
de uitlaat (DELTA_T = UIT- IN) bij de start van een modus
(VW of DR). Als de temperatuur (DELTA_T) > DELTA_
INSTELPUNT (standaard 40°C), verhindert de controller een
temperatuurstijging gedurende 2 minuten.
Als de temperatuur (DELTA_T) niet is gedaald, stopt de ketel met
verwarmen en wordt een fout weergegeven.
De ketel zal opnieuw beginnen te verwarmen zodra de
temperatuur onder DELTA_INSTELPUNT-5°C zakt."
"Telkens als de regeling wordt gestart, controleert de ketel
of de temperatuur stijgt. Als de temperatuur na 5 minuten
niet met één graad (1°C) is gestegen, dan wordt er een fout
weergegeven.
Als de ketel na 3 pogingen niet op temperatuur komt, dan wordt
hij geblokkeerd."
"Fout apparatuur: verandering van modus terwijl de ketel AAN
staat.
De ketel moet UITschakelen en heropstarten om de
verwarmingsmodus of droogmodus in te stellen"
Als de temperatuur buiten de fysieke grenzen van -20°C en
150°C komt, schakelt de ketel uit.
Als de temperatuur buiten de fysieke grenzen van -20°C en
150°C komt, schakelt de ketel uit.
Controleer of de waarden binnen het werkingsbereik van de
sensor liggen
Waterdruk >
270 KPa (2,7 Bar)
NL