HET TOESTEL VERPLAATSEN
Indien het toestel in werking was, voer dan
de demontageprocedure uit alvorens het te
verplaatsen. Zie "Demontage" op pagina 31
Om het toestel te verplaatsen, moet u ervoor zorgen
dat:
de bandenspanning voldoende hoog is (de vereiste span-
•
ning is op de zijkant van de band geperst). de band(en) zo
nodig worden opgepompt
de doorgangen breed genoeg zijn,
•
er geen obstakels of hindernissen zijn op het traject. Als
•
dat wel het geval is en het toestel moet worden opgetild,
gebruik dan een geschikt hijsmiddel of vraag hulp (er zijn
minstens 2 personen nodig om het toestel op te heffen).
DE PLAATS VAN OPSTELLING BEPALEN
De plaats van opstelling voldoet aan de eisen in de veilig-
•
heidsinstructies.
De plaats van opstelling heeft een harde en vlakke onder-
•
grond.
Het toestel kan makkelijk worden aangesloten op de wa-
•
tervoorziening en de elektrische voeding,
Kleppen in gesloten stand
NL
Opstelling
WERKWIJZE VOOR DE OPSTELLING
Begincondities
Externe voeding uitgeschakeld.
•
Toestel losgekoppeld van de waterleiding en leeg.
•
Alle ketelkleppen dicht.
•
Manuele ontluchter gesloten.
•
Werkwijze
1.
Breng het toestel naar de plaats van opstelling.
2.
Plaats het verticaal, op een vlakke ondergrond, en zorg er-
voor dat de elektrische en hydraulische aansluitpunten ge-
makkelijk bereikbaar zijn.
3.
Maak de veiligheidsgrendels opzij (1) los en verwijder het dek-
sel van de Flex-aansluiting (2). Bewaar het deksel (2) voor later.
4.
Sluit de stekker van het passende netsnoer aan op de Flex-aan-
sluiting (3) en vergrendel hem met de veiligheidsgrendels opzij (1).
•
Installeer het verwarmingsleidingsysteem voordat u
het aansluit aan de ketel.
•
De
verwijderd
aansluiting kan worden uitgevoerd.
5.
Sluit het aanvoer- en retourcircuit aan met behulp van de
snelkoppelingsadapters (4).
Vervolgtaak (-taken)
1.
Vul het systeem, zie "Het systeem vullen" op pagina 26.
snelkoppelingsadapters
zodat
een
normale
1
1
IP66 FlexPower®
1 F
3 F
4
4
kunnen
worden
hydraulische
2 2
3 3
25