Praktische implementatie van
EMC-maatregelen
De theorie in praktijk brengen
Alle frequentieregelaars zijn breedband
interferentiebronnen, hetgeen betekent
dat ze verstoringen verspreiden in een
breed frequentiegebied. Gebruikers
kunnen de hoeveelheid uitgezonden
storing met passende maatregelen
beperken. Storingsvrij bedrijf kan worden
gerealiseerd door gebruik te maken
van RFI-filters en netsmoorspoelen. In
sommige merken zijn deze componenten
Radiofrequente interferentie
Praktische aanbevelingen
Vanaf bladzijde 21 is uitgebreide
informatie opgenomen omtrent
radiofrequente interferentie. Het
hoofddoel is het realiseren van systemen
die stabiel functioneren zonder storingen
en interferentie tussen de verschillende
componenten. Niettemin komt het voor
dat na wijzigingen of toevoegingen
van nieuwe componenten gevoelige
metingen niet langer mogelijk zijn zonder
verstoord te worden en/of verstoringen
van het meetsignaal laten zien. Deze
valkuilen moeten worden vermeden.
Om een hoog niveau van storingsonder-
drukking te realiseren wordt aanbevolen
om frequentieregelaars te gebruiken met
RFI-filters van hoge kwaliteit. Deze zouden
moeten voldoen aan de eisen van C1
zoals gespecificeerd in de productnorm
EN 61800-3 en daarmee voldoen aan de
klasse B limieten van de generieke norm
EN 55011.
Aanvullende waarschuwingsaanduidin-
gen moeten op de frequentieregelaar
worden aangebracht wanneer RFI-filters
worden gebruikt die niet overeenkomen
met categorie C1, maar met categorie C2
of lager. De verantwoordelijkheid ligt bij
de gebruiker.
Zoals vermeld op bladzijde 22, in geval
van problemen zal de inspectieautoriteit
de aanbevelingen voor eliminatie van de
storingen altijd baseren op de A1/A2- en
B-limieten zoals gedefinieerd in generieke
norm EN 55011 uitgaande van de
opstellingsplaats. De gebruiker draagt de
kosten om EMC-problemen te verhelpen.
44
reeds in de frequentieregelaar
geïnstalleerd. Bij andere merken moet
de ontwerper extra (kostbare) ruimte
reserveren in de schakelkasten.
Algemene informatie omtrent EMC,
laagfrequentie netverstoringen (hogere
harmonischen) en radiofrequente
interferentie (RFI) is opgenomen vanaf
bladzijde 13 in deze handleiding.
De gebruiker is eindverantwoordelijk voor
de correcte classificatie van apparatuur
volgens deze twee normen.
Vanwege het gebruik van kabels voor het
overbrengen van signalen en vermogen
kan interferentie door geleiding zich
makkelijk verspreiden naar andere
delen van het systeem of de installatie
als er geen adequate maatregelen worden
getroffen. Interferentie die rechtstreeks
door het apparaat of de kabel wordt
uitgestraald, wordt daarentegen ruimtelijk
beperkt. De intensiteit ervan neemt af
met elke centimeter afstand vanaf de
interferentiebron. Daarom is het installe-
ren van de regelaar in een geschikte kast
overeenkomstig de EMC-voorschriften
meestal voldoende om interferentie door
straling te beperken. De systeemoperator
moet echter altijd zorgen voor een
geschikt filter om geleide interferentie
te beperken.
Twee benaderingswijzen voor
RFI-filters
In de praktijk zijn er twee benaderingen
voor de implementatie van RFI-filters.
Sommige fabrikanten installeren
RFI-filters in hun apparatuur als stan-
daard, terwijl andere fabrikanten de
RFI-filters alleen als opties aanbieden.
Ingebouwde filters besparen niet alleen
veel ruimte in de schakelkast maar
elimineren bijkomende kosten voor
montage, bedrading en materialen.
Het belangrijkste voordeel is echter de
perfecte EMC-conformiteit en de
bekabeling van geïntegreerde filters.
Noot: Frequentieregelaars van goede
kwaliteit zijn standaard uitgevoerd met
deugdelijke RFI-bescherming en netont-
storingsfilters. Deze componenten vormen
circa 15 tot 20% van de aanschafprijs van
een frequentieregelaar.
Optionele externe RFI-filters worden
voor de frequentieregelaar geïnstalleerd
en leiden tot een extra spanningsval. Dit
betekent dat de frequentieregelaar niet
de volle netspanning aan de ingangs-
klemmen ontvangt en waarschijnlijk
overgedimensioneerd moet worden.
Externe RFI-filters leiden tot extra kosten
voor montage, bedrading en materiaal
terwijl de EMC-conformiteit niet
getest is.
Een andere belangrijke factor is de
maximaal toegestane lengte voor de
motorkabel waarbij de frequentierege-
laar nog steeds voldoet aan de EMC-
limieten. In de praktijk kan de toege-
stane motorkabellengte met deze filters
variëren van 1 meter tot 50 meter. In het
algemeen vragen langere motorkabels
om betere RFI-filters.
Noot: Voor storingsvrij bedrijf van de
aandrijving zou altijd een RFI-filter van
categorie C1 moeten worden gebruikt.
VLT® AQUA Drive-frequentieregelaars zijn
standaard voorzien van ingebouwde
RFI-filters conform categorie C1 (EN
61800-3) voor gebruik op 400 V voedingen
en vermogens tot 90 kW of categorie C2
voor vermogens van 110 tot 630 kW. VLT®
AQUA Drive-frequentieregelaars voldoen
aan categorie C1 met afgeschermde
motorkabels tot 50 m of categorie C2 met
afgeschermde motorkabels tot 150 m.