Stap 3: Praktische aspecten van motoren
en kabels
Minimale rendementsklassen voor elektromotoren
Verplicht minimumrendement
De indeling in rendementsklassen,
oftewel efficiency-klassen, ontstond in
1998 op vrijwillige basis uit een initiatief
van fabrikanten van elektromotoren en
vermogenselektronica, verenigd in het
"European Committee of Manufacturers
of Electrical Machines and Power
Electronics (CEMEP)".
Vanaf de zomer van 2011 moeten drie-
fasen asynchrone motoren in de EU
voldoen aan minimum-rendementseisen
volgens het MEPS (Minimum Efficiency
Performance Standards). De EU verhoogt
de rendementseisen stapsgewijs in de
periode t/m 2017.
De basis voor deze minimum-ren-
dementsklassen (Minimum Energy
Performance standards (MEPS),
wordt gevormd door de "IE"-klassen
IEC 60034-30
IE1 (Standaard Efficiency)
IE2 (High Efficiency)
IE3 (Premium Efficiency)
Rendementsklassen IE1-IE3 zijn gedefinieerd in internationale norm IEC 60034-30. De Eff-klassen zijn gebaseerd op vrijwillige afspraken tussen de EU en CEMEP
in 1998.
Driefasenmotoren waarvoor
MEPS verplicht is
De volgende typen driefasenmotoren
moeten voldoen aan de eisen van MEPS:
– Belastingscyclus S1 (continubedrijf )
of S3 (intervalbedrijf ) met een belas-
tingscyclus groter dan 80%.
– De eisen gelden voor motoren met
2 t/m 6 polen met een nominaal
vermogen van 0,75 tot 375 kW
– en een nominale spanning tot 1000 V.
Invoering van de MEPS is bedoeld om
energieverbruik te reduceren. In sommige
gevallen kan de nieuwe benadering
echter leiden tot een hoger energie-
verbruik. Om deze reden omschrijft
EU verordening 640/2009 technisch
geaccepteerde uitzonderingen voor
verschillende toepassingen.
(International Efficiency) zoals omschre-
ven in de internationaal erkende norm
IEC 60034-30. De grenswaarden van deze
klassen zijn deels vergelijkbaar met de
"Eff"-klassen die in Europa breed worden
toegepast.
IE- en Eff-klassen: grote
verschillen in de details
Alhoewel de limieten van beide normen
vergelijkbaar zijn, verschillen ze in de
methodes waarmee het rendement
wordt vastgesteld. Het rendement
volgens de Eff-klassen wordt vastgesteld
door bepaling van de individuele
verliezen (IEC 60034-2:1996), een
methode die in de basis 100 jaar oud is.
Het rendement volgens de IE-klassen
wordt met een nauwkeuriger methode
vastgesteld.
Eff-klasse
Vergelijkbaar met Eff2
Vergelijkbaar met Eff1
Ongeveer 15–20% beter dan IE2
Deze uitzonderingen omvatten:
– Motoren in potentieel explosiegevaar-
lijke gebieden (zoals omschreven in
Richtlijn 94/9/EG) en remmotoren.
– Speciale motoren voor gebruik in één
van de volgende omstandigheden:
– omgevingstemperatuur boven 40 °C;
– omgevingstemperatuur onder 15 °C
(0 °C voor luchtgekoelde motoren);
bedrijfstemperatuur boven 400 °C;
koelwatertemperatuur onder 5 °C of
boven 25 °C;
– bedrijf op hoogten boven 1000 m;
– motoren die volledig in een product
zijn geïntegreerd zoals motorreduc-
toren, samenstellingen met pompen
of ventilatoren of motoren die tijdens
bedrijf volledig zijn omgeven door
een vloeibaar medium, zoals een
dompelpomp.
De resultaten die zijn verkregen met
de geaccepteerde methode van de
IE-klassen zijn meestal 2 tot 3% slechter
in vergelijking met de oude methode
voor vermogens tot 10 kW en circa 1%
slechter bij vermogens van 100 kW en
hoger. De norm houdt rekening met
deze verschillen voor de harmonisatie
van de IE- en Eff-klassen.
Aanvullend op de IE1- t/m IE3-klassen,
zoals gedefinieerd in de IEC 60034-30-
norm, definieert de conceptversie van
IEC 60034-31 een nieuwe klasse: IE4. De
klassen IE1 t/m IE3 zijn primair gericht
op motoren in netbedrijf, terwijl IE4 ook
rekening houdt met relevante aspecten
van toerengeregelde motoren.
IE4 is op dit moment niet verplicht; deze
wordt nu enkel gebruikt ter vergelijking
met andere efficiëntieklassen.
In Europa wordt de elektromotor van een
motorreductor niet beschouwd als een
integraal component en wordt daarom
afzonderlijk gemeten. Eenzelfde methode
wordt toegepast voor speciale motoren.
De basismotor wordt gemeten en de ren-
dementsklasse wordt overgedragen op de
verschillende uitvoeringsvarianten.
31