Praktische aspecten
van netbeveiligingen
Arbeidsfactor (cos φ)
compensatie
Apparatuur voor correctie van cosφ of
arbeidsfactor verkleint de faseverschui-
ving (φ) tussen spanning en stroom en
verschuift de arbeidsfactor (cos φ) dichter
naar 1. Dit is nodig wanneer een groot
aantal inductieve belastingen, zoals
motoren of voorschakelapparaten voor
lampen, worden gebruikt in een elektrisch
distributiesysteem.
Afhankelijk van het ontwerp van de
DC-tussenkring nemen frequentierege-
laars geen blindvermogen op en veroor-
zaken ze geen faseverschuiving. Ze
hebben een cos φ van ongeveer 1. Om
deze reden hoeven gebruikers van
toerengeregelde motoren deze gebrui-
kers niet mee te nemen in de dimensione-
ring van eventuele arbeidsfactorcompen-
satieapparatuur. De stroom die wordt
opgenomen door fasecorrectieapparatuur
zal echter toenemen aangezien frequen-
tieregelaars harmonischen genereren. De
belasting van de condensatoren neemt
toe en ze zullen meer opwarmen omdat
het aantal bronnen van harmonischen is
toegenomen. Om deze reden zijn
smoorspoelen nodig in arbeidsfactorcom-
pensatiesystemen. Deze smoorspoelen
voorkomen eveneens resonanties tussen
inductieve belastingen en capacitieve
arbeidsfactorapparatuur.
Frequentieregelaars met cos φ < 1 leiden
eveneens tot smoorspoelen in de arbeids-
factorcompensatieapparatuur. De
U
Blikseminslag is de meest voorkomende vorm van nettransiënten in drinkwater- en
afvalwaterinstallaties.
gebruiker moet bij het dimensioneren van
de kabels rekening houden met het hoge
blindvermogen.
Nettransiënten
Transiënten zijn korte spanningspieken in
het bereik van enkele duizenden volt. Ze
kunnen in alle soorten energieverdelin-
gen optreden, zowel in industriële als
huishoudelijke omgevingen.
Blikseminslagen zijn een veelvoorko-
mende oorzaak van transiënten. Ze
ontstaan echter ook door inschakeling of
uitschakeling van grote belastingen of het
schakelen van andere apparatuur, zoals
arbeidsfactorcompensatieapparatuur.
Kortsluiting, trippen van circuitbreakers in
energieverdelingen en inductieve
koppeling tussen parallelle kabels kan ook
transiënten veroorzaken.
Norm EN 61000-4-1 omschrijft de vorm en
energie-inhoud van deze transiënten. Hun
schadelijke effecten kunnen op diverse
manieren worden beperkt. Gasgevulde
overspanningsbeveiliging of een vonk-
brug wordt als eerstelijnsbescherming
gezien tegen hoog energetische transiën-
ten. Als tweedelijnsbescherming zijn de
meeste elektronische apparaten voorzien
van spanningsafhankelijke weerstanden
(varistors) voor de afzwakking van
transiënten. Frequentieregelaars maken
ook gebruik van deze methode.
Transiënten
t
23