> Druk op het symbool «Knoopsgaten».
> Zet de transporteur omlaag.
> Selecteer knoopaanzetprogramma nr. 60.
> Probeer uit of de knoop past.
> Draai aan het handwiel om de afstand van de gaatjes in te stellen.
> Houd de draden bij naaibegin vast en pas de steekbreedte indien nodig aan.
– De machine naait het knoopaanzetprogramma en stopt automatisch.
> Trek aan beide onderdraden tot de uiteinden van de bovendraad aan de achterkant zichtbaar zijn.
> Knoop de draden met de hand aan elkaar.
9.17 Oog naaien
Naai het oog voor meer stabiliteit 2 keer.
Voorwaarde:
• Terugtransportvoet nr. 1C of open borduurvoet nr. 20C is bevestigd.
> Druk op het symbool «Knoopsgaten».
> Selecteer oogprogramma nr. 61 of 62.
> Draai aan de «Multifunctionele knop boven» of «Multifunctionele knop onder» om de ooggrootte aan te
passen.
> Naai het oogprogramma.
– De machine stopt automatisch aan het einde van het oogprogramma.
> Open het oog met een gaatjestang of een priem.
Knoopsgaten
141