Nuttige steken
> Verander van richting door boven en onder rondingen te naaien (niet spits, omdat dan eventueel gaatjes
ontstaan of de naald breekt).
> Naai de rijen op onregelmatige lengtes, de draad verdwijnt als het ware in de stof.
> Naai de eerste spandraden niet te dicht op elkaar en over de beschadigde plek uit.
> Naai een onregelmatig lange rand.
> Draai het naaiwerk 90°.
> Naai over de eerste spandraden, ook hier niet te dicht op elkaar.
> Draai het naaiwerk 180°.
110