[1. VEILIGHEIDSINSTRUCTIES]
SELECTIESCHAKELAAR AANHANGSELMODUS
Controleer of het geïnstalleerde hulpstuk overeenkomt met de geselecteerde hulpstukmodus en of deze aansluit bij
de uit te voeren taak. Als de hulpstukmodus die geselecteerd is niet overeenkomt met het hulpstuk werkt de
machine niet goed en kan dit leiden tot ernstig letsel, dood of schade aan eigendommen.
Zie "OMWISSELEN HULPSTUKMODUS" in Hoofdstuk 3 voor extra informatie.
CONTROLEER CONTROLEPATROON VOOR GEBRUIK
Controleer voor gebruik altijd de werking van elke controlehendel en elk pedaal.
Als de beweging van de machine niet overeenkomt met het geselecteerde controlepatroon, stop dan de
werkzaamheden en zet de machine uit. De machinebeweging moet overeenkomen met het gebruikspatroon dat is
aangegeven op de kaart.
Als de machinebeweging niet overeenkomt met de kaart die in de cabine is weergegeven, wijzig dan de kaart zodat
deze wel overeenkomt met het machinecontrolepatroon.
CONTROLEER WAARSCHUWINGSAPPARATEN
Zorg ervoor dat het slagalarm (indien aanwezig) en alle andere waarschuwingsapparaten zorgen voor de juiste
waarschuwingen.
VERMIJD STORING TUSSEN HET HULPSTUK EN DE MACHINE
Controleer of er voldoende ruimte is tussen het
aanhangsel en de cabine voor u aan de slag gaat, omdat
bepaalde aanhangsels en een bepaalde combinatie van
de optie en de machine kan leiden tot contact tussen het
aanhangsel en de cabine of andere onderdelen van de
machine.
VOORZORGSMAATREGELEN VOOR ZWENKEN/SLAG
• Gebruik altijd de hoorn voor u de motor start, met de
machine slag of de bovenste structuur draait, om
mensen in de buurt van de machine te waarschuwen.
• Werk altijd op veilige afstand van andere machines of
obstakels in de buurt van de machine.
• Plaats een signaalpersoon in gebieden met weinig
zicht.
Copyright©2020 Kobelco Construction Machinery Co.,Ltd. All rights reserved. [S2LF00023NL03] [0317CsCshWbYs]
1-22