[4. CONTROLE EN ONDERHOUD]
3.
Maak de ruimte rondom de olievuldop (1) schoon,
verwijder de dop en draai de aftapkraan (2) van de
motoroliebak los om de olie af te tappen.
4.
Na het aftappen van de olie draait u de aftapkraan
(2) en de olievuldop (1) goed vast.
5.
Draai filterelement (3) met een filterschroef los en
verwijder deze.
6.
Verwijder vuil en vreemde materialen van het
montageoppervlak van de oliefilter.
7.
Breng motorolie aan op de pakking van nieuw
filterelement en installeer het filterelement door het
met de hand te draaien tot het niet verder wil.
• Filterelement, O-ring en pakking niet opnieuw
gebruiken.
• Controleer bij het vervangen van de O-ring of
pakking de montagetoestand op het
montageoppervlak om te voorkomen dat deze
verdraait en afbreekt.
8.
Gebruik de filterschroef om het filterelement
ongeveer driekwartdraai verder te draaien.
9.
Verwijder de olievuldop en vul de aangegeven
motorolie na via de olievulpoort, zoals te lezen in "SMEERMIDDEL, BRANDSTOF &
KOELMIDDELSPECIFICATIES" in Hoofdstuk 4.
10. Gebruik een peilglastoestel (4) om het motoroliepeil te controleren. Vul de motorolie aan tot een juist niveau,
dat zich tussen de bovenste grens (H) en de onderste grens (L) bevindt.
11. Bevestig olievuldop (1).
12. Start de motor, laat de motor op lage stationaire
snelheid draaien gedurende een paar minuten en
stop de motor. Ongeveer 10 minuten later
controleert u het motoroliepeil. Als het peil laag is,
vul dan de motorolie herhaaldelijk aan tot het juiste
niveau.
13. Controleer of er niets lekt vanaf het
montageoppervlak van de oliefilter.
14. Bevestig de kap onder de motor aan de originele
positie.
Copyright©2020 Kobelco Construction Machinery Co.,Ltd. All rights reserved. [S2LF00023NL03] [0317CsCshWbYs]
4
3
4-62
1