[3. MACHINEBEDIENING]
3.11
WERKPROCEDURES VAN MACHINE
3.11.1
GRAAFWERK
Voor graafwerkzaamheden wordt voornamelijk de drukkracht uit de arm gebruikt en wordt de schepkracht van de
graafbak alleen gebruikt wanneer dat nodig is.
•
Wanneer een stevige graafkracht nodig is, graaf dan
langzaam terwijl de kruishoek van de giek en de
arm 90-110 graden blijft.
Vermijd snelle bewegingen bij het neerlaten van de
giek. Voornamelijk een noodstop waarbij de giek
naar "BENEDEN" is heeft een grote impact op de
machine, die resulteert in negatieve gevolgen op de
onderdelen.
•
Richt de tanden van de graafbak zoveel mogelijk in
de te graven richting (A), graaf met de graafbak op
geringe diepte (B) en maak een volledige slag.
Dit zal de graafweerstand en schade aan de
graaftanden verminderen.
•
Wanneer de grond niet eenvoudig uit de bak los komt, zet de graafbak in de graafbak open' positie en schud,
dankzij de bedieningshendels, de bak een paar keer.
Schuif de giek cilinder nooit herhaaldelijk in- of uit terwijl de armcilinder volledig is uitgetrokken om de grond te
laten vallen.
•
Graaf, bij het graven van een brede geul, eerst de
beide zijden en graaf het midden van de geul het
laatst.
Bevestig een graafbak die geschikt voor het graven
van sleuven is en plaats de rupsbanden parallel (C)
aan de te graven geul om zo de efficiëntie te
verbeteren.
3.11.2
LAADWERK
•
Plaats een kiepwagen daar waar de bestuurder het
eenvoudig kan zien en de waar de zwenkhoek klein
is. Hierdoor kan het laden efficiënt worden
uitgevoerd.
Het laden via de achterzijde van de kiepwagen is
gemakkelijker en zorgt er voor dat meer grond kan
worden geladen vergeleken met wanneer er via de
zijkant van de kiepwagen wordt geladen.
Copyright©2020 Kobelco Construction Machinery Co.,Ltd. All rights reserved. [S2LF00023NL03] [0317CsCshWbYs]
B
A
3-40