Indexmarkeringen
Tijdens het opnemen of afspelen kunt u
indexmarkeringen plaatsen in een bestand.
Indexmarkeringen worden gebruikt voor een
snelle en gemakkelijke identificatie van belangrijke
onderdelen in het bestand.
PLAY/OK
3
Een indexmarkering instellen
1
Terwijl de recorder opneemt of in de
afspeelmodus staat, drukt u op de knop
F3 (INDEX) om een indexmarkering in te
stellen.
• Een indexnummer verschijnt op het scherm.
QP DICT
Ni
DS2500
029
/ 030
3
10
56
H
M
Index 01
22
M
Set
INSERT SPEED
INDEX
NL
38
Knop F3
Knop 9, 0
Knop ERASE
s
40
s
Een indexmarkering zoeken
2
Houd de knop 9 of 0 ingedrukt
tijdens het afspelen van een bestand.
• De recorder stopt 1 seconde wanneer een
indexmarkering wordt bereikt.
QP DICT
Ni
DS2500
029
/ 030
3
10
56
H
M
s
22
40
M
s
Index 01
INSERT
SPEED
INDEX
Een indexmarkering wissen
3
Zoek de indexmarkering die u wilt
wissen.
4
Druk op de knop ERASE terwijl het
indexnummer gedurende ca. 2 seconden
op het scherm verschijnt.
• De indexmarkering is gewist.
QP DICT
Ni
DS2500
029
/ 030
3
10
56
H
M
s
Index 01
22
40
M
s
Clear
SPEED
INSERT
INDEX
Opmerkingen
• U kunt tot 32 indexmarkeringen in een bestand
instellen.
• Wanneer een bestand vergrendeld is of als
alleen-lezen is ingesteld, of wanneer de SD
card-vergrendeling is ingeschakeld, kan er
geen indexmarkering worden gewist. Wis de
instellingen voordat u begint te verwijderen.