Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Waarschuwingslampje Batterij - Club Car Villager 2001 Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Figuur 7 Pedaal parkeerrem
REMPEDAAL
Het rempedaal is het grote pedaal links met het ingelegde woord STOP. (Figuur 5, pagina 17). Druk met uw voet
het rempedaal in om het voertuig te doen vertragen of stoppen.
PEDAAL PARKEERREM
Het pedaal van de parkeerrem is het kleine, verhoogde gedeelte links bovenaan op het rempedaal. Het is gemerkt
met het woord PARK, terwijl bovenaan op het pedaal de woorden PARK BRAKE aangebracht zijn. (Figuur 6,
pagina 17). Om de parkeerrem in te schakelen, drukt u het rempedaal stevig in en klikt u het parkeerremgedeelte
van het pedaal met uw voet naar voren. (Figuur 7, pagina 18). Zie volgende WAARSCHUWING.
WAARSCHUWING
• BIJ HET INDRUKKEN VAN HET GASPEDAAL OF HET REMPEDAAL WORDT DE PARKEERREM AUTO-
MATISCH UITGESCHAKELD. DE PARKEERREM HEEFT VERSCHEIDENE BLOKKEERSTANDEN EN
MOET STEVIG INGEDRUKT EN GEBLOKKEERD WORDEN OM TE BELETTEN DAT HET VOERTUIG
WEGROLT.

WAARSCHUWINGSLAMPJE BATTERIJ

De PowerDrive System 48 voertuigen hebben een waarschuwingslampje op het dashboard (boven de stuurkolom)
dat, wanneer het voertuig in gebruik is, een lage batterijspanning aangeeft of, wanneer het voertuig geladen wordt,
een laadprobleem signaleert. Dit waarschuwingslampje wordt bestuurd door de boordcomputer van PowerDrive.
Wanneer het voertuig in gebruik is, zal het waarschuwingslampje aangaan en blijven branden indien:
• De batterijspanning onder 48 volt daalt bij onbelaste batterijen (het voertuig staat stil, alle accessoires zijn
uitgeschakeld).
• De batterijspanning minder dan 25% van het nominaal vermogen bedraagt.
Als het waarschuwingslampje tijdens het rijden begint te branden, is er nog voldoende stroom om het voertuig
ongeveer 30 minuten te gebruiken. Het voertuig moet echter opgeladen worden bij de eerst volgende gelegenheid.
Als het lampje aangaat en er niet meer voldoende stroom is om 30 minuten te rijden, moet u het voertuig door uw
Club Car distributeur/dealer laten controleren op defecten aan de batterijen of het elektrisch systeem.
Als de batterijen onvolledig opgeladen zijn omdat (1) het gelijkstroom snoer afgekoppeld werd, (2) de aansluiting
van de lader op het stroomnet onderbroken werd, (3) de lader zichzelf na 16 uur werking heeft uitgeschakeld of
(4) de lader defect is, zal het waarschuwingslampje de volgende aanwijzingen geven:
• Het lampje brandt niet wanneer de lading 90% of meer volledig is. De boordcomputer onthoudt de hoeveel-
heid lading die nodig is om de batterijen volledig bij te vullen en zal het laden tijdens de volgende laadcyclus
voltooien.
18
Handleiding voor de eigenaar van een elektrisch gebruiksvoertuig van 2001
Bedieningen en merktekens

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Transporter 2001

Inhoudsopgave