REMKO serie LWM
Temperatuursensoren
n
Afhankelijk van het soort installatie, kan het
aantal benodigde voelers variëren.
n
Raadpleeg de hydraulische schema's voor de
voelerposities.
n
Standaard worden de buitenvoeler (S10), een
dompelvoeler (bedoeld is als voeler voor het
warme tapwater PT-1000 -(S08) meegeleverd.
Bij het aansluiten van een zonne-energie-
n
installatie moet een PT-1000-voeler (S01) als
collectorvoeler en een PT-1000-voeler (S02)
als onderste reservoirvoeler worden gebruikt.
n
Alle voelers worden in de schakelkast van de
binnenunit volgens het aansluitschema aange-
sloten.
Contactvoeler
Voor het meten van bijv. de temperaturen van het
verwarmingscircuit dienen contactvoelers PT-1000,
die op de leidingen worden bevestigd.
n
De contactvoelers worden met de meegele-
verde accessoire op een leiding bevestigd.
n
De betreffende locatie moet eerst worden
schoongemaakt. Vervolgens warmtegelei-
dende pasta (A) aanbrengen en de voeler
bevestigen.
Afb. 2: Bevestiging van de contactvoelers (afbeel-
ding vergelijkbaar)
10
Bij ontoereikende kabellengte kunnen de kabels
van de sensoren met een draaddiameter van
1,5 mm² tot maximaal 100 meter worden ver-
lengd.
Buitenvoeler
Voor de Smart Control moet altijd een buitenvoeler
worden aangesloten.
n
De buitenvoeler moet in noordoostelijke rich-
ting ca. 2,5 meter boven de grond worden aan-
gebracht. De sensor mag niet blootstaan aan
direct zonlicht en moet tegen zeer harde wind-
stoten worden afgeschermd. Montage boven
een raam of luchtschacht vermijden.
n
Voor de montage het deksel losmaken en de
voeler met de meegeleverde schroef beves-
tigen.
n
Voor het aansluiten van de voeler op de instal-
latie, adviseren we een installatieleiding met
een aderdoorsnede van min. 0,5 mm
Afb. 3: Buitenvoeler (afbeelding vergelijkbaar)
2
.