20 - ONDERHOUD
19.12 - Compressoren
De compressoren hebben geen specifiek onderhoud nodig. Niettemin
wordt met de preventieve systeemonderhoudswerkzaamheden voorkomen
dat er specifieke compressorproblemen ontstaan. De volgende periodieke
preventieve onderhoudscontroles worden sterk aangeraden:
- Controleer de bedrijfscondities (verdampingstemperatuur,
condensatietemperatuur, persgastemperatuur, temperatuurverschil
van warmtewisselaar, oververhitting, onderkoeling). Deze
bedrijfsparameters moeten zich altijd binnen het bedrijfsbereik van
de compressor bevinden.
- Controleer of de beveiligingsinrichtingen allemaal operationeel en
correct worden geregeld.
- Controleer het oliepeil en de oliekwaliteit. Controleer de oliekwaliteit
bij een kleurwijziging in het kijkglas. Het kan daarbij gaan om een
zuurgraadtest, vochtregeling, een spectrometrische analyse enz.
- Controleer de lekdichtheid van het koudemiddelcircuit.
- Controleer het opgenomen vermogen van de compressormotor en
de spanningsonbalans tussen fasen.
- Controleer of de elektrische aansluitingen goed vastzitten
- Zorg ervoor dat de compressor schoon is en correct werkt; controleer
of er geen roest op het compressorhuis zit en of er geen corrosie of
oxidatie op de elektrische aansluitingen en de leiding zit.
LET OP: de oppervlaktemperaturen van de compressor en de
leiding kunnen in bepaalde gevallen hoger zijn dan 100°C en
brandwonden veroorzaken. Bijzondere aandacht is vereist
tijdens onderhoudswerkzaamheden. Tegelijkertijd, als de
compressor in bedrijf is, kunnen de oppervlaktemperaturen ook
zeer laag zijn (tot -15°C voor apparaten met een lage
wateruittredetemperatuur) en kunnen bevriezingsbrandwonden
veroorzaken.
19.13 - Onderhoud van verdamper en
condensor
Er is geen bijzonder onderhoud nodig voor de platenwarmtewisselaar.
Controleer:
- of het isolatieschuim niet is losgeraakt of beschadigd tijdens het werk
aan de apparaten
- of de waterintrede en -uittredetemperatuursensoren goed zijn
aangesloten
- de zuiverheid aan de kant van de waterwarmtewisselaar (geen
tekenen van lekkages).
- of de wettelijk voorgeschreven inspecties zijn uitgevoerd.
19.14 - Corrosiecontrole
Alle metalen onderdelen van de unit (chassis, omkastingpanelen,
schakelkasten, warmtewisselaars, enzovoort) worden tegen corrosie
beschermd door een coating van poeder of vloeibare verf. Om risico op
afbladdering, dat kan ontstaan wanneer vocht binnendringt onder de
beschermende coating, te voorkomen, moet de staat van de coating (verf)
regelmatig worden gecontroleerd.
67