1 - INLEIDING
1.2 - Apparatuur en onderdelen onder druk
Deze producten bevatten apparatuur of onderdelen onder druk
Wij raden aan dat u uw toepasselijke nationale beroepsorganisatie of de
eigenaar van de apparatuur of onderdelen onder druk raadpleegt
(verklaring, herkwalificatie, hertesten, enz.). De technische gegevens van
deze apparatuur of onderdelen staan aangegeven op de kenplaat of in de
officiële documentatie die bij de producten is geleverd.
Deze apparaten zijn bedoeld om te worden opgeslagen en te werken in
een omgeving waar de omgevingstemperatuur niet lager is dan de laagst
toegestane temperatuur zoals vermeld op de kenplaat.
Breng geen statische of dynamische druk van betekenis m.b.t. de
toegepaste bedrijfsdrukken tijdens bedrijf of voor testen in het
koudemiddelcircuit of in het vloeistofcircuit van de warmtewisselaar.
1.3 - Veiligheidsinstructies voor onderhoud
De fabrikant beveelt de volgende opzet voor een logboek aan
(de onderstaande tabel is slechts een voorbeeld en behoort niet tot de
verantwoordelijkheid van de fabrikant).
Bezoek
Naam van de
technicus
Datum
Type
(1)
(1) Onderhoud, reparaties, periodieke controles (EN 378), lekkage, enz.
Technici die aan de elektrische onderdelen of koelingsonderdelen werken,
moeten bevoegd, opgeleid en volledig gekwalificeerd zijn om dat te doen
(bijv. elektriciens die zijn opgeleid en gekwalificeerd volgens de
IEC 60364-classificatie BA4).
Reparaties aan koeltechnische onderdelen mogen alleen worden
uitgevoerd door gekwalificeerd personeel. Dit personeel moet opgeleid
zijn voor en bekend zijn met de apparatuur en de installatie.
Laswerkzaamheden mogen alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerd
(F-gassen gediplomeerd) personeel.
Elke bediening (openen of sluiten) van een afsluitklep moet worden
uitgevoerd door een gekwalificeerd en bevoegd technicus. Deze
procedures moeten worden uitgevoerd terwijl het apparaat is
uitgeschakeld.
Alle werkzaamheden aan het koudemiddelcircuit, inclusief de
wijziging van drogerblokken, is alleen toegestaan als de
koudemiddelinhoud volledig is verwijderd. Voor deze apparaten is
de overbrenging van de koudemiddelinhoud aan de hoge- of
lagedrukzijde niet mogelijk, en is dit ook niet toegestaan.
Gebruik de compressor nooit als een vacuümpomp.
Technici die aan de unit werken moeten zijn voorzien van het
volgende:
Persoonlijke
beschermingsuitrusting
Vervoer
(PBU)
(1)
Beschermende
handschoenen,
oogbescherming,
veiligheidsschoenen,
beschermende kleding.
Gehoorbescherming.
Ademhalingsmasker met
filter.
(1) Wij raden aan de instructies in EN 378-3 op te volgen.
(2) Uitgevoerd in aanwezigheid van A1 koudemiddel volgens EN 378-1.
Werk nooit aan een unit die onder spanning staat.
Schakel altijd de hoofdstroom af met behulp van de hoofdschakelaar
in de schakelkast voordat met werkzaamheden aan elektrische
onderdelen wordt begonnen.
Tijdens het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden aan de unit
moet de elektrische voeding naar de machine zijn uitgeschakeld en
vergrendeld.
6
Van toepassing
Gecontroleerd
zijnde
door
regelgeving
(organisatie)
Bedrijf
onderhoud,
Lassen of
service
hardsolderen
X
X
X
X
X
X
Controleer na een onderbreking van de werkzaamheden altijd of alle
circuits nog spanningsloos zijn voordat het werk wordt hervat.
LET OP: zelfs als de compressormotoren zijn uitgeschakeld,
blijft het voedingscircuit bekrachtigd, tenzij de hoofdschakelaar
van het apparaat of het circuit open is. Zie elektrisch schema
voor nadere details.
Breng geschikte waarschuwingsstickers aan.
Het wordt aanbevolen om een koudemiddelindicator te installeren
om aan te geven of een deel van het koudemiddel via de overdrukklep
weglekt. De aanwezigheid van olie bij de afblaasopening is een nuttige
aanwijzing voor koudemiddellekkage. Houd deze opening goed
schoon, zodat eventuele lekkage duidelijk zichtbaar is. De instelling
van een ventiel dat gelekt heeft, is over het algemeen lager dan zijn
oorspronkelijke instelling. De nieuwe instelling kan invloed hebben
op het bedrijfsbereik van de machine. Om onnodig aanspreken van
beveiligingen of lekkages te voorkomen, moet de overdrukklep
worden vervangen of opnieuw gekalibreerd.
Controles tijdens de werking:
- Belangrijke informatie over het gebruikte koudemiddel:
- Dit product bevat HFK-koudemiddel dat onder het Kyoto-
protocol valt.
- Type koudemiddel: R410A
- Aardopwarmingsvermogen (GWP): 2088
LET OP:
1. Werkzaamheden aan het koudemiddelcircuit van dit product
moeten altijd worden uitgevoerd in overeenstemming met de
geldende wetgeving. In de EU is de F-gassenverordening,
nr. 517/2014 van kracht.
2. Zorg dat koudemiddel gedurende installatie, onderhoud of
verwijdering van de apparatuur nooit kan ontsnappen naar de
atmosfeer.
3. Het opzettelijk lozen van koudemiddel in de atmosfeer is
verboden.
4. Wanneer een koudemiddellek wordt geconstateerd, moet dit lek
zo snel mogelijk worden gerepareerd.
5. Alleen gekwalificeerd en gecertificeerd personeel mag installatie-
en onderhoudswerkzaamheden en de lektest van het
koudemiddelcircuit uitvoeren of de apparatuur verwijderen en
het koudemiddel terugwinnen.
6. Het terugwinnen van koudemiddel voor recycling, regeneratie of
vernietiging is voor rekening van de klant.
7. Periodieke lektests moeten worden uitgevoerd door de klant of
door derden. Hiervoor gelden de in de EU-verordening
vastgestelde intervallen:
Systeem ZONDER
lekdetectie
Systeem MET
lekdetectie
Koudemiddelvulling/
circuit
(CO
-equivalent)
2
(2)
R134A
(GWP 1430)
R407C
(GWP 1774)
R410A
(GWP 2088)
HFO's:
R1234ze
(1) Met ingang van 1 januari 2017 moeten de units zijn uitgerust met een
lekdetectiesysteem
8.
Voor apparatuur die is onderworpen aan periodieke lektests moet
een logboek worden bijgehouden. Hierin moeten staan:
de hoeveelheid en het type van het koudemiddel dat in de installatie
aanwezig is (toegevoegd en teruggewonnen), de hoeveelheden
gerecycled, geregenereerd en vernietigd koudemiddel, de datum
en het resultaat van de lektest, de naam van de operator en van het
bedrijf waarvoor hij werkt, enz.
Geen
12 maanden 6 maanden 3 maanden
controle
Geen
24 maanden 12 maanden 6 maanden
controle
5 ≤ vulling
50 ≤ vulling
< 5 ton
< 50 ton
< 500 ton
34,9
Vulling
3,5 ≤ Vulling
≤ Vulling
< 3,5 kg
< 34,9 kg
< 349,7 kg
28,2
Vulling
2,8 ≤ Vulling
≤ Vulling
< 2,8 kg
< 28,2 kg
< 281,9 kg
23,9
Vulling
2,4 ≤ Vulling
≤ Vulling
< 2,4 kg
< 23,9 kg
< 239,5 kg
Niet vereist
vulling
> 500 ton*
Vulling
> 349,7 kg
Vulling
> 281,9 kg
Vulling
> 239,5 kg