4 - TECHNISCHE EN ELEKTRISCHE GEGEVENS 61WG/30WG/30WGA
61WG zonder hydromodule
Voedingscircuit
Nominale spanning
Netspanningslimieten
Voeding stuurstroomcircuit
Maximum opgenomen aanloopstroom (Un)
Standaardunit
Unit met elektronische starter
Cosinus phi van de unit bij max. vermogen
Maximum opgenomen bedrijfsvermogen
Nominaal door de unit opgenomen stroom
Maximum opgenomen bedrijfsstroom (Un)
Maximum opgenomen bedrijfsstroom (Un-10%)
Beschikbare voeding voor externe aansturing
Kortsluitvastheid en -beveiliging
(1) Maximum directe aanloopstroom bij bedrijfslimietwaarden (maximum bedrijfsstroom van de kleinste compressor(en) + aanloopstroom of beperkte aanloopstroom van
de grootste compressor).
(2) Maximum opgenomen vermogen bij de bedrijfslimieten van de unit.
(3) Waarde gemeten bij gestandaardiseerde Eurovent-condities: verdamper intrede-/uittrede watertemperatuur 10°C/7°C, condensor intrede-/uittrede
watertemperatuur 30°C/35°C.
(4) Max. bedrijfsstroom van de unit bij max. opgenomen vermogen en 400 V.
(5) Max. bedrijfsstroom van de unit bij max. opgenomen vermogen en 360 V.
30WG zonder hydromodule
Voedingscircuit
Nominale spanning
Netspanningslimieten
Voeding stuurstroomcircuit
Maximum opgenomen aanloopstroom (Un)
Standaardunit
Unit met elektronische starter
Cosinus phi van de unit bij max. vermogen
Maximum opgenomen bedrijfsvermogen
Nominaal door de unit opgenomen stroom
Maximum opgenomen bedrijfsstroom (Un)
Maximum opgenomen bedrijfsstroom (Un-10%)
Beschikbare voeding voor externe aansturing
Kortsluitvastheid en -beveiliging
30WG zonder hydromodule
Voedingscircuit
Nominale spanning
Netspanningslimieten
Voeding stuurstroomcircuit
Maximum opgenomen aanloopstroom (Un)
Standaardunit
Unit met elektronische starter
Cosinus phi van de unit bij max. vermogen
Maximum opgenomen bedrijfsvermogen
Nominaal door de unit opgenomen stroom
Maximum opgenomen bedrijfsstroom (Un)
Maximum opgenomen bedrijfsstroom (Un-10%)
Beschikbare voeding voor externe aansturing
Kortsluitvastheid en -beveiliging
(1) Maximum directe aanloopstroom bij bedrijfslimietwaarden (maximum bedrijfsstroom van de kleinste compressor(en) + aanloopstroom of beperkte aanloopstroom van
de grootste compressor).
(2) Maximum opgenomen vermogen bij de bedrijfslimieten van de unit.
(3) Waarde gemeten bij gestandaardiseerde Eurovent-condities: verdamper intrede-/uittrede watertemperatuur 12°C/7°C, condensor intrede-/uittrede watertemperatuur 30°C/35°C.
(4) Max. bedrijfsstroom van de unit bij max. opgenomen vermogen en 400 V.
(5) Max. bedrijfsstroom van de unit bij max. opgenomen vermogen en 360 V.
30
110
V-f-Hz
V
(1)
A
195,8
A
129,7
0,87
(2)
(2)
kW
44
(3)
A
45,6
(4)
A
73,2
(5)
A
81,3
20
V-f-Hz
V
(1)
A
98,0 142,0 142,0 147,0 158,0 197,0 161,0 162,0 170,0 183,0 226,0
A
53,9
0,9
(2)
kW
9,2
(2)
A
10,5
(3)
A
15,6
(4)
A
17,3
†
110
V-f-Hz
V
(1)
A
193,4
A
127,3
0,87
(2)
kW
41
(2)
(3)
A
46,8
(4)
A
69,6
(5)
A
77,3
120
140
400-3-50
360-440
24 V via ingebouwde transformator
211,4
258,8
140,3
170,2
0,85
0,85
47
55
49,5
59,1
80,1
92,7
89,0
103,0
Voeding (24V) ten behoeve van externe aansturing
Zie tabel hieronder "Kortsluitstroom"
25
30
35
40
45
400-3-50
360-440
24 V via ingebouwde transformator
78,1
78,1
80,9
86,9 108,4 96,8
0,8
0,9
0,9
0,9
0,9
10,8
11,7
13,7
15,1
17,1
13,2
13,8
15,6
16,2
20,2
18,7
19,8
23,2
25,4
29,0
20,8
22,0
25,8
28,2
32,2
Voeding (24V) ten behoeve van externe aansturing
Zie tabel hieronder "Kortsluitstroom"
120
140
400-3-50
360-440
24 V via ingebouwde transformator
208,8
255,0
137,7
166,4
0,85
0,85
45
51
48,6
60,6
76,2
87,0
84,7
96,7
Voeding (24V) ten behoeve van externe aansturing
Zie tabel hieronder "Kortsluitstroom"
150
170
190
220,2
238,1
289,7
154,1
167,0
201,1
0,87
0,85
0,85
59
63
73
60,8
66
78,8
97,6
106,8
123,6
108,4
118,7
137,3
50
60
70
80
97,9 104,1 112,3 137,4
0,8
0,9
0,9
0,9
21,5
23,3
27,3
30,3
34,2
26,4
27,6
31,2
32,4
40,4
37,4
39,6
46,4
50,8
58,0
41,6
44,0
51,6
56,4
64,4
150
170
190
216,6
234,2
284,0
150,5
163,1
195,4
0,87
0,85
0,85
55
60
68
62,4
64,8
80,8
92,8
101,6
116,0
103,1
112,9
128,9
90
0,9