AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
Cruise-/manoeuvreervlucht
Bediening van de drone
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe de oriëntatie van de drone via de afstandsbediening kan worden
geregeld. De bediening kan worden ingesteld op modus 1, modus 2 of modus 3. De volgende
beschrijving gebruikt bijvoorbeeld modus 2:
Afstandsbediening
(modus 2)
Linker joystick
Linker joystick
Rechter joystick
Rechter joystick
42
©
2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
Drone ( geeft neusrichting aan)
Opmerkingen
Gashendel: Beweeg de linker joystick
verticaal om de hoogte van de drone te
regelen.
Duw omhoog om te stijgen en omlaag om
te dalen. Gebruik de linker joystick om op
te stijgen wanneer de motoren stationair
draaien. De drone zal op zijn plaats zweven
als de joystick in het midden staat. Hoe
verder de joystick van het midden wordt
weggeduwd, hoe sneller de drone van
hoogte verandert.
Yaw-joystick (giering): Beweeg de linker
joystick horizontaal om de koers van de
drone te regelen.
Duw naar links om de drone tegen de klok
in te draaien en duw naar rechts om met
de klok mee te draaien. De drone zal op
zijn plaats zweven als de joystick in het
midden staat. Hoe verder de joystick van
de middenpositie wordt weggeduwd, hoe
sneller de drone zal draaien.
Pitch-joystick (hellingshoek): Beweeg de
rechter joystick verticaal om de hellingshoek
van de drone te regelen.
Duw omhoog om voorwaarts te vliegen
en duw naar beneden om achterwaarts
te vliegen. De drone zal op zijn plaats
zweven als de joystick in het midden staat.
Duw de joystick verder voor een grotere
hellingshoek en een snellere vlucht.
Rolstick: Beweeg de rechter joystick
horizontaal om de rol van de drone te
regelen.
Duw de joystick naar links om naar links te
vliegen en naar rechts om naar rechts te
vliegen. De drone zal op de plaats zweven
als de joystick in het midden staat. Duw de
joystick verder voor een grotere rol en een
snellere vlucht.