vooraf ingestelde hoogte.
3. Schakel zowel Automatisch terrein volgen als Obstakel omzeilen in (alleen ter ondersteuning van
route- en A-B-routebewerkingen). Nadat een route- of A-B-route-bediening is gestart, omzeilt de
drone automatisch gedetecteerde obstakels. Het bewegen van de joystick kan het automatisch
omzeilen onderbreken. De drone zal op de plaats zweven als het omzeilen mislukt. Gebruikers
kunnen het obstakel omzeilen door de drone handmatig te besturen.
Fruitboomgaard op vlak land en bergland
Zowel fruitboomgaard op vlak land als bergland zijn geschikt voor route- en A-B-route-bedieningen.
Fruitboomgaard op vlak land is geschikt voor terrein zonder duidelijke veranderingen in de hoogte van
het oppervlak. Bergland is geschikt voor glooiend terrein bedekt met berggewassen en fruitbomen.
Verticaal vliegen om obstakels te omzeilen heeft voorrang in de modus Bergland. Beide modi hebben
dezelfde bedieningsinstructies.
1. Selecteer het bijbehorende taakterrein.
2. Terrein volgen en Obstakel omzeilen inschakelen. Nadat een route- of A-B-route-bediening is gestart,
vliegt de drone boven de vegetatie op de vooraf ingestelde hoogte en worden gedetecteerde
obstakels automatisch omzeild. Het bewegen van de joystick kan het automatisch omzeilen
onderbreken. De drone zal op de plaats zweven als het omzeilen mislukt. Gebruikers kunnen het
obstakel omzeilen door de drone handmatig te besturen.
Kennisgeving inzake radargebruik
Raak de motoren NIET aan en laat uw handen en lichaam niet in contact komen met de
metalen onderdelen van de radarmodule tijdens het inschakelen of na de vlucht omdat deze
heet kunnen zijn.
Behoud te allen tijde de volledige controle over de drone en vertrouw niet volledig op de
radarmodule en de DJI Agras-app. Houd de drone te allen tijde binnen een visuele zichtlijn
(VLOS). Gebruik uw verstand bij de besturing van de drone om obstakels te vermijden.
In de handmatige bedieningsmodus hebben de gebruikers volledige controle over de drone.
Let bij het gebruik op de vliegsnelheid en -richting. Wees u bewust van de omgeving en
vermijd de blinde vlekken van de radarmodule.
De obstakelvermijdingsfuncties zijn uitgeschakeld in de Attitude-modus.
Bij het detecteren van objecten zoals een hellende lijn, een hellende elektriciteitsmast of
een elektriciteitskabel onder een hellende hoek tegen de vliegrichting van de drone, zal de
radardetectieprestatie worden beïnvloed, omdat de meeste elektromagnetische radargolven
in andere richtingen worden gereflecteerd. Vlieg voorzichtig.
Met de radarmodule kan de drone alleen binnen zijn werkbereik een vaste afstand tot de
vegetatie aanhouden. Houd de afstand van de drone tot de vegetatie te allen tijde in de
gaten.
Wees extra voorzichtig bij het vliegen over hellende oppervlakken. De aanbevolen maximale
helling bij verschillende snelheden van de drone is 10° bij 1 m/s, 6° bij 3 m/s en 3° bij 5 m/s.
Houd u aan de lokale wet- en regelgeving inzake radiotransmissie.
De gevoeligheid van de radarmodule kan worden verminderd bij het besturen van meerdere
drones op korte afstand van elkaar. Ga voorzichtig te werk.
De radarmodule is een precisie-instrument. Knijp, tik of stoot NIET tegen de radarmodule.
Zorg er voor het gebruik voor dat de radarmodule schoon is en dat de buitenste
beschermhoes niet gebarsten, afgebroken, verzonken of vervormd is.
AGRAS T40/T20 P Vlieghandleiding onbemande drone
©
2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
11