7. Draai de schroeven 1 t/m 7 los.
8. Schuif de systeemplaat naar de voorkant van de computer om hem los te
maken van de nokjes waarmee hij vastzit, en haal hem uit de computer.
9. Leg de defecte systeemplaat naast de nieuwe op een schone, vlakke onder-
grond.
10. Verwijder alle geheugenmodules van de defecte systeemplaat en installeer ze
in dezelfde aansluitingen op de nieuwe systeemplaat. Zie "Een geheugen-
module vervangen" op pagina 20. Ga na de installatie van de geheugen-
modules verder met de volgende stap.
11. Verwijder het koelelement en de microprocessor van de defecte systeemplaat
en installeer deze op de nieuwe. Voer de stappen 5 op pagina 14 t/m 14 op
pagina 19 uit. Ga na de installatie van de microprocessor verder met de vol-
gende stap.
Hoofdstuk 2. Hardware vervangen
11