GEBRUIKSAANWIJZING
BESCHRIJVING WERKMODUS
HOE TE BEDIENEN
Normale modus
- Toets (53) aan
- Startknop (51) aan
- Stoel veiligheidsschakelaar
(2) aan
- Toets (53) aan
- Startknop (51) aan
- Stoel veiligheidsschakelaar
(2) aan
- Versnellingspedaal (32)
ingedrukt
Stille modus
- Toets (53) aan
- Startknop (51) aan
- Stoel veiligheidsschakelaar
(2) aan
- Toets (53) aan
- Startknop (51) aan
- Druk de knop voor het
instellen van het
vacuümsysteem (54)
gedurende 1 seconde in
- Stoel veiligheidsschakelaar
(2) aan
- Versnellingspedaal (32)
ingedrukt
Uit-modus
- Stoel veiligheidsschakelaar
(2) uit
- Startknop (51) uit
- Toets (53) aan
- Toets (53) uit
- Of noodknop (29) aan, er
wordt niets weergegeven
DISPLAY
BESCHRIJVING
1. De uurmeter knippert niet.
2. De pijlaanduiding voor de borstel draait
niet.
3. De ventilator knippert niet.
4. Het leidingwater knippert niet.
5. De actuator verlaagt de borsteldruk op het
eerste niveau.
1. De uurmeter knippert.
2. De pijlaanduiding voor de borstel draait.
3. De ventilator knippert. (Vier bladen )
4. Het leidingwater knippert.
1. De uurmeter knippert niet.
2. De pijlaanduiding voor de borstel draait
niet.
3. De ventilator knippert niet.
4. Het leidingwater knippert niet.
1.De uurmeter knippert.
2.De pijlaanduiding voor de borstel draait.
3.De ventilator knippert. (Drie bladen )
4.Het leidingwater knippert.
1. De uurmeter knippert niet.
2. Alle knoppen op display uit.
(De vacuümmotor vertraagt 12 seconden om
te stoppen.)
3. De borstelkop staat op de hoogste stand.
4. Het "STOP" -teken wordt afgewisseld met
het scherm.
1.De stroom werd onderbroken.
2.Het display is uitgeschakeld.
Opmerking: Na het uitschakelen van de
startknop (51), wacht u tot de borstelkop
volledig omhoog gaat, alvorens de toets (53)
uit te schakelen.
8
NEDERLANDS