15 Datalogger
15.1 Configuratie van de datalogger
15
Datalogger
Speciale functies
Meetwaardegeheugen
Start het opslaan
Log interval FastFood
Aan
Opslagmodus
Gemidd. waarde
Hoeveelheden
Diagnose opslaan
Sensortemp. opslaan
zie bijvoegsel A
15.1
Configuratie van de datalogger
Activering van de kanalen die bewaard moeten worden
Speciale functies\Meetwaardegeheugen\Configuratie\Kanalen vr. geheugen
• Kies het menupunt Configuratie.
• Druk op ENTER.
• Activeer de kanalen waarvan de meetgegevens bewaard moeten worden.
• Om een kanaal te kiezen, drukt u op de knop
• Om een kanaal te activeren/deactiveren drukt u op de knop
• Druk op ENTER.
Starttijdstip
Speciale functies\Meetwaardegeheugen\Configuratie\Start het opslaan
Als het bewaren van de meetwaarden bij meerdere transmitters gesynchroniseerd moet worden, kunt u een starttijdstip
instellen.
• Kies het menupunt Configuratie.
• Druk op ENTER totdat het menupunt Start het opslaan wordt weergegeven.
• Kies het tijdstip waarop het bewaren moet worden gestart.
146
Configuratie
Kanalen vr.
geheugen
Ringbuffer
Uit
Act. meetwaarde
opslaan
.
De transmitter heeft een datalogger waarin de
meetgegevens tijdens het meten worden bewaard.
Opmerking!
Om meetgegevens te bewaren, moet de datalogger
geconfigureerd worden.
De volgende gegevens kunnen worden opgeslagen:
• datum
• tijd
• meetpuntnummer
• buisparameter
• mediumparameters
• sensorgegevens
• meetgrootheid
• maateenheid
• meetwaarden
• wet gas compensatiefactor (WGC factor)
Meetwaarden die via de uitgangen worden uitgevoerd
worden in de datalogger opgeslagen.
.
FLUXUS G831
2021-05-01, UMFLUXUS_G831V1-0NL