22
Bediening
Functies
Een functie is ...
geactiveerd, wanneer het overeenkomstige symbool op het LCD beeldscherm verschijnt
gedeactiveerd, wanneer het symbool niet meer op het LCD beeldscherm verschijnt.
Achteruitnaaien
tijdelijk:
op de knop drukken
•
steek achteruitnaaien zolang de knop ingedrukt
•
blijft (steeklengte max. 3 mm)
Gebruik:
knoopsgatlengtes programmeren
•
lengte van het stopprogramma programmeren
•
handmatig afwerken (naadbegin/naadeinde)
•
permanent:
twee keer kort achter elkaar op de knop drukken
•
de naaicomputer naait de gewenste steek
•
permanent achteruit
achteruitnaaien beëindigen: één keer op de
•
knop drukken
1/2 motorsnelheid
op de toets drukken = de naaicomputer naait
•
op 1/2 snelheid
nogmaals op de toets drukken = de
•
naaicomputer naait weer op volle snelheid
Naaldstop-wijziging
bij de basisinstelling wijst de pijl naar boven
•
op de toets drukken
•
op het LCD beeldscherm wijst de pijl naar
•
beneden = de naaicomputer stopt met de naald
in de stof
opnieuw op de naaldstoptoets drukken
•
op het LCD beeldscherm wijst de pijl naar boven
•
= de naaicomputer stopt met de naald omhoog
Attentie:
Toets iets langer indrukken = de naald
wordt automatisch omhoog of omlaag gezet
clr/del-toets (clear/delete)
op de toets drukken = de basisinstelling wordt
•
teruggehaald
afzonderlijk geactiveerde functies worden gewist
•
Uitzonderingen:
naaldstop onder/boven
•
1/2 motorsnelheid
•
als het handmatige knoopsgat is gekozen,
•
knippert de eerste stap op het LCD beeldscherm