13.
Verhelpen van storingen
Met het weerstation heeft u een product aangeschaft, dat vervaardigd werd volgens de stand
in de techniek en veilig in gebruik is. Er kunnen desondanks problemen of storingen
optreden. Wij willen u daarom hier uitleggen hoe u eventuele storingen zelf kunt verhelpen.
Buitensensor wordt niet herkent
•
De afstand tussen het weerstation en de buitensensor is te groot. Wijzig de opstelplaats
van de apparaten. Lees ook het hoofdstuk 14.
•
Voorwerpen of afschermende materialen belemmeren de radiografische ontvangst.
Hetzelfde geldt voor andere elektronische apparaten, bijv. televisie of computer). Wijzig
de opstelplaats van het weerstation en de buitensensor.
•
De batterijen van de buitensensoren zijn te zwak of leeg. Plaats bij wijze van proef
nieuwe batterijen in de buitensensor.
•
Een andere zender met dezelfde of een naburige frequentie stoort het signaal van de
buitensensor. Plaats de buitensensor op een andere plek.
•
Voer op het weerstation een nieuw zoekproces naar de buitensensor door. Lees hiertoe
hoofdstuk 12 f).
Het DCF-signaal wordt niet gevonden
•
Plaats het weerstation niet naast metalen onderdelen, elektronische apparatuur, kabels
of stekkerdozen.
•
Er is ook een slechte ontvangst mogelijk bij isolatieramen met een metalen laag,
gewapend beton, speciaal gecoat behang of in kelders. Lees hiertoe ook hoofdstuk 10 en
14.
32