h) Weergave voor luchtdruk en luchtdruktendens
Eenheden voor luchtdruk omschakelen
Boven rechts onder de tijdsweergave kunt u de actuele luchtdruk met de telkens ingestelde
eenheid (inHg, hPa/mbar, mmHg) aflezen.
Schakel als volgt tussen de eenheden om:
•
Houdt de toets "UNIT" (13) op de achterzijde zo lang ingedrukt, totdat de eenheid (inHg,
hPa/mbar, mmHg) knippert.
•
Selecteer met de toetsen " " (9) en " " (10) op de achterzijde van het weerstation de
gewenste eenheid.
•
Bevestig de instelling door kort op de toets "UNIT" (13) te drukken.
Luchtdruk op zeeniveau /lokale hoogtepositie
Links naast de meetwaarde van de luchtdruk staat normaal "LOCAL". Dit kenmerkt dat de
actuele hoogtepositie van de luchtdruk berekend/weergegeven wordt.
Door kort op de toets "PRESSURE/ALTITUDE" (12) te drukken kan overgeschakeld worden
tussen de lokale luchtdruk ( "LOCAL"), de weergave voor de omrekening op zeeniveau
("SEA LEVEL") en de door u ingestelde hoogtepositie.
De luchtdrukwaarden, die u bijv. via radio of internet verkregen hebt, worden steeds
omgerekend naar zeeniveau en zo weergegeven. Als u een actuele plaatselijke luchtdruk
heeft, kan deze als referentiewaarde in het weerstation ingevoerd worden.
•
Schakel met de toets "PRESSURE/ALTITUDE" (12) over naar de weergave van het
zeeniveau (op het display verschijnt "SEA LEVEL").
•
Houdt de toets "PRESSURE/ALTITUDE" (12) ingedrukt, totdat de weergave van de
luchtdruk knippert (toets ongeveer 2 seconden ingedrukt houden)
•
Met de toetsen " " (9) en " " (10) op de achterzijde van het weerstation stelt u nu de
luchtdrukwaarde in.
•
Bevestig u instelling door kort op de toets "PRESSURE/ALTITUDE" (12) te drukken.
Door de instelling van de referentiewaarde voor de luchtdruk op zeeniveau,
verandert automatisch de hoogtepositie die bij de eerste ingebruikneming ingesteld
werd!
23