E-mail verzenden
Het opgeven van de SMTP-instellingen maakt het mogelijk afbeeldingen die op dit apparaat zijn opgeslagen te
verzenden als e-mailbijlagen.
Deze functie kan alleen worden gebruikt als het apparaat is verbonden met een mailserver die het SMTP-
protocol gebruikt.
Controleer het volgende voordat u afbeeldingen op dit apparaat verzendt als e-mailbijlagen:
•
De netwerkomgeving die wordt gebruikt om met dit apparaat verbinding te maken met de mailserver
Een permanente verbinding via een LAN wordt aanbevolen.
•
SMTP-instellingen
Gebruik het Embedded Web Server om het IP-adres of de hostnaam van de SMTP-server te registreren.
•
Als er beperkingen zijn ingesteld voor de grootte van e-mailberichten, is het verzenden van grote e-
mailberichten misschien niet mogelijk.
Volg de onderstaande stappen om de SMTP-instellingen op te geven.
1
Klik op Geavanceerd -> SMTP -> Algemeen.
2
Voer in elk veld de juiste instellingen in.
Hieronder worden de instellingen beschreven die moeten worden opgegeven in het scherm met SMTP-
instellingen.
Instelling
SMTP-protocol
SMTP-poortnummer
SMTP-servernaam
Time-out SMTP-server
Verificatieprotocol
Verifiëren als
Aanmeldingsgebrui-
kersnaam
Wachtwoord
aanmelding
POP voor SMTP-
timeout
Hiermee wordt het SMTP-protocol in- of uitgeschakeld. Het protocol moet
worden ingeschakeld om de e-mailfunctie te gebruiken.
Stel het SMTP-poortnummer in of gebruik de standaard SMTP-poort 25.
Voer het IP-adres of de naam van de SMTP-server in. De naam en het IP-adres
van de SMTP-server mogen maximaal 64 karakters lang zijn. Als u de naam
invoert, moet ook een DNS-serveradres worden geconfigureerd. Het DNS-
serveradres kan worden ingevoerd onder TCP/IP Algemeen.
Stel de wachttijd voor time-out in seconden in.
Hiermee wordt het SMTP-verificatieprotocol in- of uitgeschakeld of wordt POP
voor SMTP ingesteld als protocol. De SMTP-verificatie ondersteunt Microsoft
Exchange 2000.
Voor de verificatie heeft u de keuze uit drie POP3-accounts of u kunt een andere
account kiezen.
Wanneer Overige wordt geselecteerd bij Verifiëren als, wordt de
aanmeldingsgebruikersnaam die u hier instelt gebruikt voor de SMTP-verificatie.
De aanmeldingsgebruikersnaam mag maximaal 64 karakters lang zijn.
Wanneer Overige wordt geselecteerd bij Verifiëren als, wordt het wachtwoord dat
u hier instelt gebruikt voor de verificatie. Het wachtwoord voor aanmelding mag
maximaal 64 karakters lang zijn.
Stel de wachttijd voor time-out in seconden in wanneer u POP voor SMTP als
verificatieprotocol geselecteerd heeft.
Beschrijving
2-14
Voorbereiding voor het gebruik