ON/OFF-knop
9.
Zet BEAT FX aan en uit. De knop knippert als deze functie ingeschakeld is.
Aanraakscherm
AUTO/TAP
1.
Selecteert een BPM-meetmodus.
Als u hierop drukt, wordt het gemarkeerde (geselecteerde) item gewijzigd.
— [AUTO] : De BPM van het ingangsgeluid wordt automatisch gemeten
(meetbereik: 70 tot 180).
— [TAP] : De BPM handmatig instellen (pagina 60).
• Wanneer u het toestel aanzet, wordt automatisch [AUTO] ingesteld.
• Houd [AUTO/TAP] ingedrukt als [TAP] geselecteerd is om het scherm [BPM
SETTING] te openen en de BPM in stappen van 0,1 in te stellen.
• Als de BPM-waarde knippert, kan deze niet correct worden gemeten met de instelling
[AUTO].
Gebruik in dat geval de [TAP]-modus.
QUANTIZE
2.
Geeft de status van de kwantiseringsfunctie als volgt aan.
— Brandt rood: De functie is ingeschakeld.
— Toont afwisselend [QUANTIZE] en [NO GRID]: Kwantiseren is ingeschakeld, maar
het toestel ontvangt geen patrooninformatie.
— Brandt grijs: Kwantiseren is uitgeschakeld.
1
2
3
4
5
57
BEAT FX
6