FILTER
Hiermee kunt u de grensfrequentie instellen.
Het geselecteerde filter wordt toegepast op alle kanalen, [1] tot [6].
FILTER-gedeelte
1
2
1.
FILTER-knoppen (LPF, HPF)
Selecteer een filter. De geselecteerde knop knippert.
— [LPF]: Laagdoorlaatfilter
— [HPF]: Hoogdoorlaatfilter
RESONANCE-knop
2.
Stelt de resonantie in. Als u de knop rechtsom draait, wordt de resonantie verhoogd.
3. FILTER-knop
Stelt de grensfrequentie in.
De instelling verandert als volgt afhankelijk van de geselecteerde [FILTER (LPF, HPF)]-
knop.
— [LPF]: Draai de knop rechtsom om de grensfrequentie te verlagen.
— [HPF]: Draai de knop rechtsom om de grensfrequentie te verhogen.
3
42