Schieten
● Het duurt even voordat de camera wordt ingeschakeld:
Er is meer tijd nodig om bestanden te vinden als de geheugenkaart grote aantallen bestanden of
mappen bevat.
● De sluiter kan niet worden ontspannen:
Is er een geheugenkaart geplaatst en zo ja, is er ruimte beschikbaar?
Is de geheugenkaart tegen schrijven beveiligd?
Als u stand S hebt geselecteerd nadat u in stand M een sluitertijd van " Bulb " of " Tijd " hebt
geselecteerd, kies dan een andere sluitertijd.
Is [ Ontgrendeling vergrendeld ] geselecteerd voor [ Sleuf leeg ontgrendelingsslot ] in het
setup-menu?
● De camera reageert traag op de ontspanknop:
Selecteer [ Uit ] voor persoonlijke instelling d4 [ Belichtingsvertragingsmodus ].
● Burst-opnamen zijn niet beschikbaar:
Burst-opnamen kunnen niet worden gebruikt in combinatie met HDR.
● Foto's zijn onscherp:
Staat de camera in de handmatige scherpstelmodus? Om autofocus in te schakelen, selecteert u
AF-S , AF-C of AF-F voor de scherpstelmodus.
Autofocus presteert niet goed onder de volgende omstandigheden. Gebruik in deze gevallen
handmatige scherpstelling of scherpstelvergrendeling. Autofocus werkt niet goed als: er weinig of
geen contrast is tussen het onderwerp en de achtergrond, het scherpstelpunt voorwerpen bevat
die zich op verschillende afstanden van de camera bevinden, het onderwerp wordt gedomineerd
door regelmatige geometrische patronen, het scherpstelpunt gebieden bevat met een scherp
contrasterende helderheid lijken achtergrondobjecten groter dan het onderwerp, of bevat het
onderwerp veel fijne details.
In scherpstelstand AF-C kan het scherpstelpunt knipperen terwijl de ontspanknop half wordt
ingedrukt of de AF-ON- knop wordt ingedrukt, wat aangeeft dat de camera niet langer kan
scherpstellen. De scherpstelling kan worden hervat door de knop los te laten en vervolgens
opnieuw in te drukken.
667
Problemen en oplossingen