3
Kies een waarde voor [ Belichtingsverschil ].
Markeer [ Belichtingsverschil ] en druk op 2 .
Markeer een optie met 1 of 3 en druk op J .
Kies hogere waarden voor onderwerpen met hoog contrast.
Houd er echter rekening mee dat het kiezen van een hogere
waarde dan vereist mogelijk niet de gewenste resultaten
oplevert. Stem uw keuze af op het contrastniveau in de
scène.
Als [ Auto ] is geselecteerd, zal de camera het
belichtingsverschil automatisch aanpassen aan de scène.
4
Pas [ Gladmaken ] aan.
Markeer [ Verzachten ] en druk op 2 .
Markeer een optie met 1 of 3 en druk op J ; de
geselecteerde optie vertegenwoordigt de mate waarin de
grenzen tussen de twee afbeeldingen worden verzacht.
Hogere waarden produceren een vloeiender samengesteld
beeld.
5
Kies een instelling voor [ Afzonderlijke beelden opslaan
( NEF ) ].
Markeer [ Individuele beelden opslaan ( NEF ) ] en druk
op 2 .
Markeer een optie met 1 of 3 en druk op J .
Kies [ Aan ] om elk van de afzonderlijke opnamen op te
slaan die zijn gebruikt om het HDR-beeld te maken; de
opnamen worden opgeslagen in NEF ( RAW )-formaat.
316
HDR (hoog dynamisch bereik)