De scherpstelaanduiding ( I ) in de opnameweergave kan worden gebruikt om te bevestigen of
het onderwerp in het geselecteerde scherpstelpunt scherp is (elektronische afstandsmeting). Het
scherpstelpunt licht ook groen op als het onderwerp scherp in beeld is.
Focusindicator
(stabiel)
(stabiel)
(stabiel)
(knippert)
Wanneer u handmatige scherpstelling gebruikt bij onderwerpen die niet geschikt zijn voor
autofocus, houd er dan rekening mee dat de scherpstelaanduiding ( I ) kan worden weergegeven
als het onderwerp niet scherp is gesteld. Zoom in op het beeld door de lens en controleer de
scherpstelling. Het gebruik van een statief wordt aanbevolen als de camera problemen heeft met
scherpstellen.
1
2
Het onderwerp is scherpgesteld.
Het scherpstelpunt bevindt zich vóór het onderwerp.
Het scherpstelpunt bevindt zich achter het onderwerp.
De camera kan niet scherpstellen.
1
Indicator voor focusafstand
2
Focusindicator
Beschrijving
117
Focus