Meten
Meting bepaalt hoe de camera de belichting instelt.
Keuze
[ Matrixmeting ]
L
[ Centrumgerichte
M
meting ]
[ Spotmeting ]
N
[ Op hoge lichten
t
gerichte meting ]
De momenteel geselecteerde optie wordt tijdens het fotograferen
op het display weergegeven.
De camera meet een groot deel van het beeld en stelt de belichting
in op basis van toonverdeling, kleur, compositie en afstand, voor
resultaten die dicht bij die van het blote oog liggen.
De camera kent het grootste gewicht toe aan het midden van het
beeld. Het kan bijvoorbeeld worden gebruikt bij onderwerpen die
de compositie domineren.
Centrumgerichte meting wordt ook aanbevolen bij gebruik van
filters met een belichtingsfactor (filterfactor) groter dan 1×.
De grootte van het gebied waaraan het grootste gewicht wordt
toegekend, kan worden geselecteerd met persoonlijke instelling
b3 [ Centrumgericht gebied ].
De camera meet een cirkel met een diameter van 4 mm/0,16 inch
(gelijk aan ongeveer 1,5% van het beeld). Dit zorgt ervoor dat
het onderwerp correct wordt belicht, zelfs als de achtergrond veel
helderder of donkerder is.
Het gemeten gebied wordt gecentreerd op het huidige
scherpstelpunt. Als [ Auto-veld-AF ], [ Auto-veld-AF (mensen) ]
of [ Auto-veld-AF (dieren) ] is geselecteerd voor AF-veldstand
(
105
), zal de camera in plaats daarvan het midden meten
0
focus punt.
De camera kent het grootste gewicht toe aan hoogtepunten.
Gebruik deze optie om detailverlies in hoge lichten te verminderen,
bijvoorbeeld bij het fotograferen van artiesten in spotlights op het
podium.
175
Beschrijving
Stilstaande beelden