Wenskaarten, indexkaarten, fotokaarten en briefkaarten in de
printer plaatsen
U kunt maximaal 25 wens-, index-, foto- of briefkaarten per keer in de printer plaatsen.
1
Plaats de kaarten met de afdrukzijde naar u toe in de printer.
2
Controleer het volgende:
•
De kaarten zijn in het midden van de papiersteun geplaatst.
•
De papiergeleiders zijn tegen de randen van de kaarten geschoven.
Opmerking: Fotokaarten moeten langer drogen. Verwijder afzonderlijke fotokaarten zodra ze uit de printer
komen en laat ze drogen. Hiermee voorkomt u dat de inkt gaat vlekken.
Transparanten in de printer plaatsen
U kunt maximaal 50 transparanten per keer in de printer plaatsen.
1
Plaats de transparanten met de ruwe zijde naar u toe in de printer. Als de transparanten een verwijderbare strip
hebben, moet de strip van u af en naar beneden (ten opzichte van de printer) gericht zijn.
2
Controleer het volgende:
•
De transparanten zijn in het midden van de papiersteun geplaatst.
•
De papiergeleiders zijn tegen de randen van de transparanten geschoven.
Opmerkingen:
•
U kunt het beste geen transparanten met achtervellen van papier gebruiken.
•
Transparanten moeten langer drogen. Verwijder afzonderlijke transparanten zodra ze uit de printer komen
en laat ze drogen. Hiermee voorkomt u dat de inkt gaat vlekken.
Opstrijktransfers in de printer plaatsen
U kunt maximaal 10 opstrijktransfers per keer in de printer plaatsen, maar voor optimale resultaten kunt u het beste
één opstrijktransfer per keer plaatsen.
1
Plaats de opstrijktransfers met de afdrukzijde naar u toe in de printer.
2
Controleer het volgende:
•
U hebt de instructies op de verpakking voor het plaatsen van opstrijktransfers gevolgd.
•
De opstrijktransfers zijn in het midden van de papiersteun geplaatst.
•
De papiergeleiders zijn tegen de randen van de transfers geschoven.
64