Op veel netwerken kunnen IP-adressen automatisch worden toegewezen. Met autoconfiguratie voor IP-adressen
kunnen apparaten een uniek IP-ades aan zichzelf toewijzen. Op de meeste netwerken wordt DHCP gebruikt voor
het toewijzen van adressen.
Tijdens de installatie van de printersoftware voor rechtstreeks afdrukken via IP wordt het IP-adres alleen
weergegeven op het moment dat het wordt toegewezen. Het printerobject dat wordt gemaakt in de map Printers
van het besturingssysteem, gebruikt het MAC-adres van de printer die wordt weergegeven bij de poortnaam.
Als het IP-adres niet automatisch wordt toegewezen, kunt u proberen het adres handmatig op te geven nadat u de
printer hebt geselecteerd in de beschikbare lijst.
IP-adres configureren
Als er geen communicatie meer mogelijk is met de printer via het netwerk, selecteert u DHCP gebruiken om de
communicatie met de printer te herstellen.
In de volgende situaties moet u een IP-adres toewijzen:
•
U hebt handmatig een IP-adres toegewezen aan de overige netwerkapparaten.
•
U wilt een specifiek IP-adres toewijzen.
•
U verplaatst de printer naar een extern subnet.
•
De printer wordt in het configuratieprogramma weergegeven als niet geconfigureerd.
Neem contact op met de systeembeheerder voor meer informatie.
Signaalsterkte bepalen
Draadloze apparaten hebben ingebouwde antenne die radiosignalen verzendt en ontvangt. De signaalsterkte die
wordt weergegeven op de netwerkconfiguratiepagina van de printer geeft aan hoe sterk een verzonden signaal wordt
ontvangen. Veel factoren hebben invloed op de signaalsterkte. Eén factor is de storing die wordt veroorzaakt door
andere draadloze apparaten of andere apparatuur, zoals magnetrons. Een andere factor is afstand. Hoe verder twee
draadloze apparaten van elkaar verwijderd zijn, hoe waarschijnlijker het is dat het communicatiesignaal zwakker is.
Printer installeren op een netwerk
Volg de aanwijzingen voor de netwerkmethode die u wilt gebruiken. Controleer of het geselecteerde netwerk is
ingesteld en juist werkt, en dat alle relevante apparaten zijn ingeschakeld. Raadpleeg de netwerkdocumentatie of
degene die het netwerk heeft opgezet voor meer informatie over uw specifieke netwerk.
De printer delen op een netwerk
De printer delen op het netwerk (op de hostcomputer)
Alleen gebruikers van Windows Vista:
1
Raadpleeg de installatie-instructies bij de printer voor meer informatie.
2
Klik op het startpictogram
3
Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram en kies Delen.
4
Klik op Opties voor delen wijzigen.
5
Klik op Ga door.
6
Klik op Deze printer delen en geef de printer een naam.
7
Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien.
Configuratiescherm
56
Printers.