Als u de interne, draadloze afdrukserver apart hebt aangeschaft, bevindt het MAC-adres zich op een etiket dat bij
de draadloze afdrukserver is geleverd. Plak het etiket op de printer zodat u het MAC-adres bij de hand hebt wanneer
u dit nodig hebt.
Opmerking: Een lijst met MAC-adressen kan worden ingesteld op een router zodat alleen apparaten met de juiste
MAC-adressen het netwerk kunnen gebruiken. Dit wordt filteren op MAC-adres genoemd. Als filteren op MAC-adres
is ingeschakeld in uw router en u wilt een printer toevoegen aan uw netwerk, moet het MAC-adres van de printer
zijn opgenomen in de MAC-filterlijst.
Netwerkconfiguratieprogramma afdrukken
Een netwerkconfiguratiepagina bevat uw netwerkconfiguratie-instellingen.
Opmerking: u kunt pas een netwerkconfiguratiepagina afdrukken nadat een afdrukserver is geïnstalleerd.
U drukt als volgt een netwerkconfiguratiepagina af:
1
Druk op het bedieningspaneel van de printer op Instellingen.
2
Druk herhaaldelijk op
3
Druk op
.
4
Druk herhaaldelijk op
5
Druk op
.
6
Druk nogmaals op
Zoeken naar een printer en afdrukserver op externe subnetten
De cd met printersoftware kunt u gebruiken om automatisch te zoeken naar printers die zich op hetzelfde netwerk
bevinden als de computer. Als de printer en afdrukserver zich op een ander netwerk (subnet genoemd) bevinden,
moet u het IP-adres handmatig opgeven tijdens de installatie van de printersoftware.
Rechtstreeks afdrukken via IP
1
Sluit de printer met een USB-kabel aan op een externe afdrukserver.
2
Sluit de afdrukserver met een Ethernet-kabel aan op het netwerk.
Opmerking: U moet de printer wellicht rechtstreeks aansluiten op een wandaansluiting of aansluiten op een
router. Raadpleeg de documentatie bij de afdrukserver voor meer informatie.
of
tot Netwerk instellen wordt weergegeven.
of
tot Installatiepagina afdrukken wordt weergegeven.
.
UAA:
XX XX XX XX XX XX
53