11
Ketelregeling
De volgende pagina beschrijft de toetsfuncties en symbolen op het display.
De ketel is voorzien van een zelfsturende regeling. Deze regeling neemt een groot deel van de
handmatige instellingen over, waardoor het in bedrijf nemen sterk is vereenvoudigd.
Na het vullen van de installatie en het inschakelen van de voedingsspanning wordt het
automatisch ontluchtingsprogramma geactiveerd. Het automatisch ontluchtingsprogramma
duurt ca. 7 minuten en stopt automatisch. De ketel start om de warmwatervoorziening op de
comforttemperatuur te brengen. Hierna zal de ketel voor het ingeschakelde programma (cv of
ww) in werking treden.
Warmwaterregeling (combiketel)
Indien warmwater getapt wordt, meet de flowsensor (F1) de taphoeveelheid. Afhankelijk van
de gewenste tapwatertemperatuur en taphoeveelheid zal de regeling een aanvoertemperatuur
berekenen. Hierdoor wordt op een efficiënte manier de gewenste tapwatertemperatuur
gerealiseerd. De warmwatersensor (T3) zal eventuele kleine afwijkingen bijstellen, zodat onder
alle omstandigheden de gewenste temperatuur bereikt wordt.
CV-regeling
Bij einde van een tapwatervraag, bij een cv-vraag, start eerst een wachttijd van 2 minuten.
Indien er weer snel warm tapwater nodig is, zal dit direct geleverd kunnen worden. Bij een
cv-vraag start de pomp en na 30 seconden wordt de gradiënt regeling actief. Het beginpunt
van de gradiënt regeling is de op dat moment aanwezige aanvoertemperatuur. Een Delta-T
regeling zorgt voor een stabiele regeling naar warmtebehoefte.
Indien de aanvoertemperatuur onder de T-set waarde van 20°C ligt, zal de ketel direct starten.
Mocht tijdens een cv-vraag de brander uitschakelen, omdat de gewenste cv-temperatuur
overschreden is, dan treedt er een anti-pendeltijd in werking van 5 minuten. Dat betekent dat
de brander na 5 minuten weer inschakelt indien er nog cv-vraag is.
De weersafhankelijke regeling (bij aangesloten 1kOhm buitenvoeler ARZ0055U) werkt op de
achtergrond. De besturing van de ketel berekent samen met de gemeten buitentemperatuur
een aanvoertemperatuur aan de hand van de instellingen. De ruimtetemperatuur blijft leidend.
De ATAG i Zone-Serie is voorzien van ketelsensoren van 10kOhm. De weerstandswaarde met
bijbehorende temperatuur is weergegeven in de tabel in Bijlage B.
47
ALLEEN VOOR DE ERKENDE INSTALLATEUR