8.7
Condensafvoerleiding
De ATAG cv-ketels produceren condenswater. Dit
condenswater moet afgevoerd worden, anders zal de ketel
niet meer functioneren.
Monteer de sifondelen volgens bijgaande tekening.
De condensafvoerleiding moet door middel van een open
verbinding aangesloten worden op de riolering. Hiermee
wordt voorkomen dat eventuele rioolgassen in de ketel
terecht komen. De rioolaansluiting moet een minimale
diameter van 32 mm hebben.
Monteer de condensafvoerleiding volgens de huidige
regelgeving.
Het afvoeren van het condenswater op
de hemelwaterafvoer is, met het oog op
bevriezingsgevaar, niet toegestaan.
Vul vóór het in bedrijf nemen van de ketel de sifon
met
water.
8.8
Rookgasafvoer- en luchttoevoersysteem
De ketel is geschikt voor uitvoering B met ruimteluchttoevoer en voor uitvoering C met
buitenluchttoevoer. De ketel voldoet aan rookgastemperatuurklasse T100. Het rookgasafvoer-
systeem dient daar minimaal aan te voldoen.
Bij een installatie van het type B moet de ruimte waar de ketel wordt opgesteld over een
geschikte luchttoevoer beschikken, volgens de geldende ventilatievoorschriften.
In ruimten waar agressieve dampen kunnen ontstaan (wasserijen, kapsalons,
galvaniseringsinstallaties, etc.), dient het installatietype C (met buitenluchttoevoer) gebruikt te
worden. Zo wordt de ketel beschermd tegen corrosie-invloeden.
32
ALLEEN VOOR DE ERKENDE INSTALLATEUR