CONTROL MENU (Menu Bediening)
KEY LOCK SETTINGS
(Instellingen voor
toetsenvergrendeling)
MODE SELECT
(Modusselectie)
UNLOCK
(Ontgrendelen)
ALL LOCK (Alles
vergrendelen)
CUSTOM LOCK
(Aangepast
vergrendelen)
DDC/CI
Alleen voor DisplayPort2-, DVI-,
VGA (RGB)-ingangen
PING
IP ADDRESS (IP-adres)
EXECUTE (Uitvoeren)
IP ADDRESS RESET
(Fabrieksinstellingen IP-adres)
AUTO DIMMING
(Automatisch dimmen)
AUTO BRIGHTNESS
(Automatische helderheid)
*2
Alleen voor DVI-, DisplayPort1-,
DisplayPort2-, VGA (RGB)-, MP-
en OPTION*
-ingangen
3
BACKLIGHT
DIMMING (Dimmen
achtergrondverlichting)
*2, *4
*
2
: De functie is alleen beschikbaar wanneer er verbinding is met de optionele sensoreenheid.
*
: Wanneer u [OPTION] (Optie) selecteert als signaalingang, hangt deze functie af van welke optionele kaart in de monitor is geïnstalleerd.
3
*
4
: Alleen voor UN492S, UN492VS, UN552S, UN552VS.
Hiermee voorkomt u dat de monitor kan worden bediend via de knoppen op de monitor.
Als u [ACTIVATE] (Activeren) selecteert, worden alle instellingen geactiveerd.
OPMERKING:
• [KEY LOCK SETTINGS] (Instellingen voor toetsenvergrendeling) is een functie die alleen
voor het vergrendelen van de knoppen op de monitor is bedoeld. Met deze functie worden de
knoppen op de afstandsbediening niet vergrendeld.
• U activeert de vergrendeling van besturingsfuncties door de knoppen en tegelijkertijd
in te drukken en gedurende meer dan drie seconden ingedrukt te houden. Ga terug naar de
gebruikersmodus door de knoppen en opnieuw meer dan drie seconden tegelijkertijd
ingedrukt te houden.
Hiermee selecteert u de modus [UNLOCK] (Ontgrendelen), [ALL LOCK] (Alles vergrendelen) of [CUSTOM
LOCK] (Aangepast vergrendelen).
Alle knoppen zijn beschikbaar voor normaal gebruik.
Hiermee worden alle knoppen op het paneel van de monitor vergrendeld.
Alle knoppen op de afstandsbediening zijn vergrendeld, met uitzondering van de volgende, die afzonderlijk
kunnen worden vergrendeld of ontgrendeld.
POWER (Aan/uit):
VOLUME:
MIN VOL (Minimumvolume) en
MAX VOL (Maximumvolume):
INPUT (Ingang):
CHANNEL (Kanaal):
ACTIVATE (Inschakelen) /
DEACTIVATE (Uitschakelen):
ENABLE/DISABLE (Inschakelen/Uitschakelen): Hiermee zet u de tweezijdige communicatie en bediening van
de monitor [ON] (Aan) of [OFF] (Uit).
Hiermee bevestigt u een geslaagde verbinding met het netwerk door te communiceren met een vooraf
ingesteld IP-adres.
Hiermee stelt u een [IP ADDRESS] (IP-adres) in voor het verzenden van [PING].
Hiermee controleert u of een antwoord vanaf het [IP ADDRESS] (IP-adres) naar de monitor kan worden
verzonden door [PING] te verzenden.
Hiermee zet u [IP ADDRESS SETTING] (IP-adresinstelling) terug naar de fabrieksinstellingen.
Past de achtergrondverlichting van de lcd-monitor automatisch aan op basis van het niveau van de
kamerverlichting.
Hiermee stelt u de helderheid van het beeld in verhouding tot het ingangssignaal in.
OPMERKING: Selecteer deze functie niet wanneer [ROOM LIGHT SENSING] (Sensor voor kamerverlichting)
op een andere instelling dan [OFF] (Uit) staat.
Past automatisch elk van de clusters van de achtergrondverlichting van het lcd-scherm afzonderlijk aan,
afhankelijk van het ingangssignaal.
OPMERKING: Als [AUTO BRIGHTNESS] (Automatische helderheid) is ingesteld op [MODE 2] (Modus 2), is
deze functie niet beschikbaar.
Nederlands−125
Selecteer [UNLOCK] (Ontgrendelen) om de knop POWER (Aan/uit) te
kunnen gebruiken wanneer IR Remote vergrendeld is. Selecteer [LOCK]
(Vergrendelen) om de knop te vergrendelen.
Selecteer [UNLOCK] (Ontgrendelen) om op de afstandsbediening het volume
met de knop VOL +/- te regelen wanneer IR Remote vergrendeld is. Het
volume kan alleen worden aangepast binnen het bereik dat voor MIN VOL
(Minimumvolume) en MAX VOL (Maximumvolume) is ingesteld.
Selecteer LOCK (Vergrendelen) om te voorkomen dat het volume kan worden
aangepast. Als u het volumeslot inschakelt, zal het volume onmiddellijk worden
gewijzigd naar de waarde voor MIN VOL (Minimumvolume).
De volumeknoppen zijn vergrendeld en het volumeniveau kan alleen worden
aangepast binnen het bereik dat voor MIN (Minimum) en MAX (Maximum)
is ingesteld. Voor deze functie dient VOLUME te zijn ingesteld op (UNLOCK)
(Ontgrendelen).
Selecteer [UNLOCK] (Ontgrendelen) en selecteer vervolgens drie
invoerknoppen die vergrendeld dienen te blijven. Selecteer LOCK
(Vergrendelen) om alle invoerknoppen te vergrendelen.
Selecteer [UNLOCK] (Ontgrendelen) om de kanalen met de knop
CH/ZOOM +/- te wijzigen wanneer IR Remote vergrendeld is. Selecteer
[LOCK] (Vergrendelen) om deze knoppen te vergrendelen.
Selecteer [ACTIVATE] (Inschakelen) om alle instellingen in te schakelen.
Om terug te keren naar de normale werking houd u de knop DISPLAY langer
dan 3 seconden ingedrukt.